banner


Line
Languages:                                
English / engels    
Dutch / nederlands

[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]

Vleesvliegen, huisvliegen en bloemenvliegen

Inhoud: 1 vleesvliegen, 2 huisvliegen en bloemenvliegen.

1 Brom- en Vleesvliegen (Sarcophagidae en Calliphoridae)

Tot deze families behoren een paar zeer bekende vliegensoorten, zoals de blauwe vleesvlieg die haar eitjes het liefst in rottend vlees legt, waarvan de larven leven. Van al deze vliegen komt alleen de blauwe regelmatig in huis, de andere zelden. De blauwe vleesvlieg staat in huis meestal bekend als de bromvlieg, hoewel ook een aantal andere soorten brommend de rust in huis kunnen verstoren. Het verschil tussen de diverse soorten is vaak maar heel erg klein en daarom heten al die vliegen gewoon: bromvlieg. Bromvliegen zijn groter en trager dan gewone huisvliegen, maar zeker zo lastig en vies. En pas op. In de meeste insectengidsen wordt de blauwe vleesvlieg aangeduid als Calliphora vomitoria. Toch is het niet waarschijnlijk dat je die te zien krijgt. In het grootste deel van Europa is het vooral de roodwangbromvlieg die gezien wordt. De twee soorten lijken heel erg op elkaar, alleen heeft de roodwangbromvlieg duidelijk roodbruin onder de ogen. Om het verschil te kunnen zien moet je een foto recht van voren nemen. Je zult dan zien dat je bijna altijd de roodwangbromvlieg te pakken hebt.

Deze vlieg heet officieel de roodwangbromvlieg (Calliphora vicina), maar de meeste mensen kennen hem beter als de bromvlieg.

Enkele vleesvliegen zijn erg gevaarlijk: ze leggen hun eieren in levende wezens (soms ook in mensen) en de larven eten deze wezens van binnenuit op. Als je dit overkomt en je bent er op tijd bij, dan is verwijdering van de larven medisch gezien eenvoudig. In de Benelux wonen dergelijke vliegen ook, al worden nooit eitjes in mensen gelegd. Wel is er een soort groene vleesvlieg die padden en schapen 'aanvalt' en eitjes in hun neus legt. Dat doet de groene vleesvlieg linksonder overigens niet. Oudere exemplaren krijgen vaak een mooie koperglans. En pas op: een groene vlieg die er helemaal uitziet als de groene vleesvlieg, maar die lange, stijve haren op het achterlijf heeft is een groene sluipvlieg! De dambordvlieg, rechtsonder, legt haar eitjes ook in aas, maar haar larven eten andere vliegenlarven op en niet het aas zelf. Overigens heeft men heel lang gedacht dat haar larven ook van het aas aten. Vandaar dat de vlieg ook wel bekend staat als de grauwe of grijze aas- of vleesvlieg. De wetenschappelijke naam zou zo gebruikt kunnen worden als de titel van een griezelfilm. Overigens staat geenszins vast dat de vlieg rechtsonder ook daadwerkelijk Sarcophaga carnaria is, want het geslacht Sarcophaga telt in Nederland zo'n 30, nauwelijks uit elkaar te houden soorten. Maar dit is wel de bekendste van dit geslacht.

Links: omdat hij er nogal groen uitziet, heet deze vleesvlieg groene vleesvlieg (Lucilia sp.). Midden: Hoe de dambordvlieg (Sarcophaga carnaria of nauwe verwant) aan zijn naam komt, is wel duidelijk. Rechts: niet schrikken, lijkenvlieg (Cynomya mortuorum), heeft in de natuur ook een functie.

De vleesvliegen van het geslacht Pollenia zien er uit als gewone vliegen. Ze zijn zwart, maar sommige glinsteren zachtjes in het zonlicht. Dat komt omdat deze goudgele korte haartjes op het hele lichaam hebben. De volwassen dieren vindt je veel op uitwerpselen (ook menselijke), de larven leven parasitair in regenwormen. In het najaar komen de vliegen huizen binnen om daar vooral op zolders te overwinteren. Ze zijn in huis onschadelijk. Eenmaal in hun winterslaap zijn de dieren bijna niet in beweging te krijgen. De soort linksonder is zeker een Pollenia, maar of het ook Pollenia rudis is, staat niet echt vast, zij het dat die soort verreweg het meest voorkomt. Met dank aan Tony Irwin voor zijn hulp bij de determinatie. Rechtsonder een niet nader te determineren Pollenia-vlieg.

Vleesvlieg Pollenia sp.

Links: een vrouwtje van een vlieg uit het Pollenia geslacht (zeer waarschijnlijk Pollenia rudis). Rechts een andere, verder niet te benoemen Pollenia-soort.

In het geslacht Metopia vinden we in de Benelux zo'n 5 sterk op elkaar lijkende soorten. Van foto's zijn ze dan ook niet op soort te determineren. De mannetjes zijn bijna helemaal zwart en lijken op een heleboel andere vliegen. De vrouwtjes hebben een grote vooruitstekende zilvergrijze 'neus'. Het lichaam is zwart met grijze, variabele vlekken. Het zijn interessante vliegen, want ze kleptoparasiteren op grotere parasitaire wespen. Terwijl het vrouwtje van de wesp een prooi zoekt, legt de vlieg een eitje in het nest. De larve vreet daarna de prooi op die de wesp voor haar larve heeft meegebracht. Het is dus niet de larve van de gastheer die wordt opgegeten, alleen de voor de larve meegebrachte prooi en daarom spreken we van kleptoparasieten.

Vliegen uit het Metopia-geslacht zijn zogenaamde kleptoparasieten bij sluipwespen. Links een wijfje, rechts een mannetje.

2 Huisvliegen en Bloemenvliegen (Muscidae en Anthomyiidae)

De huisvliegen vormen een grote familie van middelgrote vliegen. Ze lijken heel erg op vleesvliegen, maar zijn meestal wat kleiner. Bovendien hebben vleesvliegen haarborstels bij de halters die de huisvliegen niet hebben. Ook de sluipvliegen lijken veel op de huisvliegen, maar die zijn meestal ruw behaard met lange, stugge haren. Huisvliegen zijn beruchte verspreiders van voedselvergiftigingen en ernstige ziekten zoals typhus en cholera. De bloemenvliegen (Anthomyiidae) worden ook wel beschouwd als een onderfamilie van de huisvliegen (Anthomyiinae) en zijn daarvan maar moeilijk te onderscheiden. Ze worden hier daarom op één hoop gegooid met de huisvliegen.

Twee familieleden van de huisvlieg. Links de schorsvlieg (Mesembrina meridiana) en rechts vermoedelijk Mydaea scutellaris.

De herfstvlieg hieronder is een echte lastpost. Tegen de winter kan hij massaal huizen binnenkomen op zoek naar een plek om te overwinteren en 's zomers valt hij het vee lastig, waarbij hij vooral op en bij de ogen te vinden is. Daaraan dankt hij de namen oogvlieg en gezichtsvlieg. Daarbij kan hij een oogziekte overbrengen en ook parasieten. Ondanks zowel de Nederlandse als de wetenschappelijke naam komt hij niet alleen in de herfst voor. Hij heeft in Nederland twee generaties en wordt gezien vanaf de zomer. De larven leven in stront. De volwassen vliegen leven van dierlijke sappen (oogvocht, bloed) en van nectar. Vooral de vrouwtjes vinden we op vee, omdat zij proteïnes nodig heeft voor de aanmaak van de eitjes. Deze soort komt niet voor in Noord-Nederland.

Foto Musca autumnalis Oogvlieg

Deze herfstvlieg (Musca autumnalis) wordt ook wel oogvlieg genoemd en valt massaal onze paarden en koeien lastig door bij de ogen te gaan zitten.

De herfstvlieg mag dan een pest zijn voor vee, de stalvlieg is een lastpost voor mens en dier. Hij lijkt erg veel op de huisvlieg, maar nadere bestudering laat een stevige, korte priksnuit zien. Hiermee zuigt het beestje bloed uit zoogdieren, inclusief vee en mensen. Bij dieren prikt hij meestal in de onderste helft van het dier, bij mensen vooral in de onderbenen en nog het liefst in de enkel. De prik voel je heel goed, maar is minder pijnlijk dan die van een wesp. Maar omdat de stalvlieg in grote aantallen kan optreden, wordt je daar niet vrolijker van. De larven leven in mest.

Foto Stomoxys calcitrans Stalvlieg

Deze vlieg steekt pijnlijk, vooral in onbeschermde benen: de stalvlieg (Stomoxys calcitrans).

De huisvliegen uit het geslacht Phaonia zijn niet zo erg huiselijk. Ze komen vooral voor in en bij bossen, want de larven leven in houtmolm en hout dat ligt te vergaan. Het zijn vliegen met een vaak grijzige kop en een bruine of oranjerode buik. Velen hebben ons geholpen bij de determinatie van deze twee, waaronder Dr. Tony Irwin uit Norwich. Allen hulde!

Twee vliegen uit het aan bos gebonden Phaonia-geslacht. Links: Phaonia rufiventris en rechts waarschijnlijk Phaonia errans.

Veel huisvlieglarven, we kennen ze beter onder de naam maden, eten afval, maar er zijn ook larven, zoals die van de schorsvlieg, die jacht maken op de larven van andere huisvliegsoorten. De huisvlieg zelf hoort eigenlijk niet in Europa thuis en weet slechts met moeite te overwinteren. Maar dankzij het feit dat de soort meer dan 15 generaties in één seizoen kan produceren, zijn er in het najaar altijd genoeg om een paar de winter te laten overleven. Overigens wordt de huisvlieg steeds zeldzamer, omdat je steeds minder mestvaalten ziet. De larven hebben broeiend afval nodig om te verpoppen. De temperatuur moet daarbij rond de 35 graden Celsius liggen!

Twee nog niet op naam gebrachte familieleden van de huisvlieg.

Hieronder een heel mooi lid van de huisvliegenfamilie. Het is een tamelijk kleurrijke vlieg die is herkend door Date Lutterop aan de hand van de kleuren en de vleugeladering. Het is een mannetje en dat zie je, zoals bij heel veel vliegen, vooral aan de ogen: mannetjes hebben meestal grotere ogen dan de vrouwtjes en die grotere ogen raken elkaar vaak bijna. De wijfjes hebben veel kleinere en verder uit elkaar staande ogen. Bij onderstaande soort is bovendien het mannetje veel kleurrijker, met oranje-achtige vlekken op het achterlijf. De larven vinden we vooral in de strooisellaag onder bomen waar zij jagen op andere insecten(larven).

Deze heel mooie vlieg heet Graphomyia maculata.

De bloemenvliegen hebben vaak een wat kleiner lichaam dan de echte huisvliegen, maar lijken er verder sprekend op. Ze zijn heel erg moeilijk op naam te brengen. Aan foto's kun je vaak niet eens zien of je te maken hebt met een huisvlieg of een bloemenvlieg. Van de vliegen hieronder staat dan ook niet helemaal vast tot welke groep zij behoren.

Van deze vliegen staat niet helemaal vast of het huis- of bloemenvliegen zijn.

Hieronder nog twee vliegen, waarvan niet vaststaat of het bloemen- of echte huisvliegen zijn. En als je naar al die foto's kijkt, dan zie je vaak wel dat er kleine verschilletjes tussen al die dieren zijn, maar verder lijken ze op elkaar als twee ...huisvliegen.

Nog twee vliegen die huis- of bloemenvlieg kunnen zijn.

Hieronder twee andere, niet op naam gebrachte bloemenvliegen. In het Engels worden ze root-maggot flies genoemd. Root betekent wortel. En maggot is de algemene benaming voor larven zonder duidelijke pootjes, zoals de vliegenlarven (maden). En een fly is natuurlijk een vlieg. Dus zou je de naam kunnen vertalen als wortelmadevliegen. En inderdaad leven de maden van een aantal soorten in plantenwortels en zijn diverse soorten zelfs schadelijk voor de bosbouw en in de landbouw en kunnen ook tuiniers geplaagd worden.

Bloemenvliegen zoals deze twee hebben vaak een klein lichaampje.



Line
        © Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys)