banner


Line
Languages:                                
English / engels    
Dutch / nederlands

[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]

Roofvliegen, dansvliegen en viltvliegen

Inhoud: 1 roofvliegen, 2 dansvliegen, 3 viltvliegen.

1 Roofvliegen (Asilidae)

Roofvliegen zijn vaak harige, langgerekte vliegen die jacht maken op andere insecten. Echte schoonheden zijn het niet, maar ze kunnen erg snel en behendig vliegen. In close-ups valt pas goed op hoeveel haar ze eigenlijk hebben. Roofvliegen hebben een korte, stevige priksnuit, waarmee ze hun prooi doorboren en vervolgens leegzuigen. Er zijn heel veel soorten roofvliegen, maar helaas lijken ze allemaal erg op elkaar. Lijkt de libel wel een onaf bouwpakket waar nog een dekseltje op moet, bij deze roofvlieg krijg je het idee dat er nog een zijplaat ontbreekt... Alle roofvliegen vangen hun prooi net als libellen in de vlucht en gebruiken vaak een vaste uitkijkplek, waar ze ook weer terugkomen om de prooi op te eten. De roofvlieg links is de ringpootroofvlieg. In onze tuin is het een veel voorkomende roofvlieg. Maar de soort rechts is wel het meest gewoon: de eikenroofvlieg. Die vind je vooral aan de randen van bossen met eiken, maar ook wel een eind daar vandaan op struiken, bankjes, fietsen enz. Het is één van onze meest voorkomende roofvliegen, die bovendien al vroeg in het voorjaar verschijnt. Hij is iets groter dan de linker soort en heeft opvallend gele poten. Maar ja, hij mag dan mooie poten hebben, 't is en blijft een akelig ding om naar te kijken.

Foto van de ringpootroofvlieg Foto van de eikenroofvlieg

Links: de ringpootroofvlieg (Machimus cingulatus). Rechts de heel veel voorkomende eikenroofvlieg (Neoitamus cyanurus).

Linksonder de weinig opvallende Paritamus geniculatus, die zonder Nederlandse naam door het leven moet. Hij staat bekend als vrij zeldzaam, maar dat kan ook komen door zijn nogal verborgen levenswijze. Hij is te vinden in geheel Europa en in het Nabije en Midden Oosten, maar staat nergens te boek als talrijk. Rechtsonder de geelbaardroofvlieg. Hij heeft een enorm verspreidingsgebied en komt voor in Europa en Turkije, verder in Noord-Azië en Japan! Gek genoeg is het in Engeland een sterk bedreigde, zeldzame soort. Hij lijkt wel wat op de soorten hierboven: zwart en harig. Veel roofvliegsoorten zijn niet erg bangelijk aangelegd en daarom heel gemakkelijk te fotograferen. Roofvliegen vallen vaak behoorlijk grote prooien aan. Soms zelfs prooien die veel groter zijn dan zijzelf. De geelbaardroofvlieg bijvoorbeeld eet heel graag waterjuffers.

Paritamus geniculatus Foto van Eutolmus rufibarbis

Links de tamelijk ongewone Paritamus geniculatus en rechts de zeer gewone geelbaardroofvlieg (Eutolmus rufibarbis).

De zwartvleugelroofvlieg linksonder, die geïdentificeerd is door Ruud van der Weele, wijkt een beetje af van de andere roofvliegen in onze tuin: de vleugels zijn donker, het achterlijf is niet langer dan de vleugels zijn en de poten zijn fraai gekleurd. En zo lijkt het diertje veel meer op andere vliegen dan op roofvliegen. Gebleven is de priksnuit en die verraadt hem: dit kan niet anders zijn dan een roofvlieg. En dan rechtsonder een roofvlieg waarvan we tot dusver maar één foto hebben kunnen maken. Als je niet erg goed kijkt zou je bijna kunnen denken met een wesp te maken te hebben. Hij is nauw verwant aan de soort links, maar kan worden herkend aan de combinatie van een wespachtig lichaam en lichtgekleurde tarsen (voorvoetjes).

Dioctria oelandica Foto van Dioctria hyalipennis

Links: deze elegante roofvlieg heet de zwartvleugelroofvlieg (Dioctria oelandica). Rechts: een wespachtige taille heeft deze Dioctria hyalipennis.

Linksonder een lichtgrijze roofvlieg met opvallend lichte pootjes. Niet echt een gewone soort in Nederland. Meer over dit beestje als we een aparte pagina voor hem maken. Ook op de zandroofvlieg rechtsonder komen we later terug.

Neomochtherus pallipes Philonicus albiceps

Links: Neomochtherus pallipes is een nogal ongewone roofvlieg met heel lichte pootjes. De zandroofvlieg rechts komt veel vaker voor.

2 Dansvliegen (Empididae)

Dansvliegen lijken erg veel op roofvliegen, maar ze zijn meestal wat slanker gebouwd. Verder zijn het ook rovers, die vaak met opvallend grote prooien rondzeulen. De grote soorten zijn bovendien gemakkelijk te herkennen aan hun lange steeksnuit. De familie dankt haar naam aan de gewoonte van de mannetjes om tijdens de balts te dansen in de lucht. Elk mannetje heeft dan een versgevangen prooi bij zich. Als er een wijfje komt opdagen, dan maakt zij haar keuze uit de dansende mannetjes. Het paartje trekt zich dan terug en terwijl het mannetje paart, zuigt het vrouwtje de prooi leeg. De dansvlieg linksonder werd vroeger dankzij zijn enorme zuigsnuit de gewone snipvlieg genoemd. Maar omdat er nog een andere snipvlieg bestaat, heeft men hem voor het gemak later de grote dansvlieg gedoopt en daar houden we het dus maar op. De zilvervlekdans rechtsonder is nog algemener dan de grote dansvlieg, maar gedraagt zich veel onopvallender. Het verschil is het duidelijkst te zien aan de pootjes. Bij de grote dansvlieg zijn de dijen zwart en zijn de pootjes verder donkerrood tot bruinig. Bij de zilvervlekdansvlieg zijn de pootjes bijna geheel oranje-rood.

Foto van Empis tesselata Foto van Empis opaca

Links de grote dansvlieg (Empis tessellata) en rechts de zilvervlekdansvlieg (Empis opaca), beide met gigantische steeksnuit, maar voor de mens zijn ze volkomen ongevaarlijk.

De dansvlieg hieronder heet niet voor niets de zwarte dansvlieg, want hij is inderdaad helemaal zwart. De zeer zwaar behaarde poten zorgen ervoor dat hij gemakkelijk te herkennen is. De zwarte dansvlieg is in Nederland een ongewone soort, die vooral wordt gezien bij de grote rivieren. In België is hij zeldzaam. Meer over deze soort in de verre toekomst.

Foto van Empis tesselata Foto van de zwarte dansvlieg

Het vrouwtje van de zwarte dansvlieg (Empis ciliata) heeft zeer zwaar behaarde benen.

De dansvlieg hieronder lijkt niet veel op zijn grotere neven hierboven. Hij is glanzend zwart, slechts zo'n 6mm lang en heeft een veel kortere steeksnuit. Het geslacht Hilara telt in de Benelux bijna 60(!) soorten. En die soorten zijn heel erg moeilijk uit elkaar te houden. Er zijn goede gronden om aan te nemen dat het dier in de foto inderdaad H. maura is, maar dat staat niet onomstotelijk vast. Van de Hilara-soorten hebben alleen de mannetjes zulke opvallende knobbels aan de voorpoten. Het zijn spinklieren. Het mannetje produceert daarmee een zijden draadje, waarin het bruidgeschenk voor een wijfje wordt gewikkeld. Hilara maura zien we vooral op en nabij water. Het kleine vliegje valt daar alles aan wat hen eetbaar lijkt, inclusief schaatsenrijders. Die zijn voor hem natuurlijk veel te groot, maar aanvallen doet'ie. Eén van de algmeenste Hilara-soorten in de Benelux.

Foto van Hilara maura

Geen lange steeksnuit, maar wel rare knobbeltjes aan de voorpoten: een mannetje van hoogstwaarschijnlijk Hilara maura.

3 Viltvliegen (Therevidae)

Over deze familie is nog niet zoveel bekend. Het zijn kleinere vliegen met een langgerekt, spits toelopend achterlijf. De hele vlieg is dicht bezet met tamelijk korte haren, zodat de dieren een 'viltige' indruk maken, vandaar de naam. Wereldwijd zijn zo'n 3000 soorten bekend, maar er zijn er waarschijnlijk veel meer. De volwassen dieren zijn vaak moeilijk te vinden, omdat ze zich in bijvoorbeeld dichte struiken ophouden, waar ze op andere insecten jagen, ongeveer op dezelfde wijze als de roofvliegen en de dansvliegen. Slechts enkele komen wel eens op bloemen in de tuin zitten, zoals de tamelijk grote gewone viltvlieg hieronder. De larven zien er langgerekt en een beetje wormachtig uit. Het zijn alleseters die te vinden zijn in de strooisellaag in het bos of onder struiken. De gewone viltvlieg komt bijna overal voor en is in de Benelux zeker niet zeldzaam.

Foto van Thereva nobilitata Foto van de gewone viltvlieg

Deze viltvlieg heeft een nobele naam: Thereva nobilitata.



Line
        © Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys)