banner


Line
Languages:                                
English / engels    
Dutch / nederlands

[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]

Dagvlinders

Al heel lang wordt in alle talen een verschil gemaakt tussen dagvlinders en nachtvlinders. Wetenschappelijk gezien is dat verschil er helemaal niet, maar iedereen doet net of zijn neus bloedt en houdt er vrolijk aan vast, de meeste wetenschappers incluis. Er zijn twee belangrijke verschillen tussen dagvlinders en nachtvlinders. Bij nachtvlinders zitten door middel van een haakje de voorvleugel en de achtervleugel aan elkaar vast. Dagvlinders hebben dat haakje niet en kunnen achtervleugel en voorvleugel geheel los van elkaar bewegen. Verder hebben alle dagvlinders dunne, draadvormige antennes met een knopje erboven op. Nachtvlinders hebben nooit zulke antennes. Andere verschillen die vaak worden genoemd zijn niet correct. Zo vliegen de meeste dagvlinders inderdaad overdag, maar ook wel 's nachts en vliegen sommige nachtvlinders alleen maar overdag, zoals de wespvlinders bijvoorbeeld. In onze tuin hebben we tot dusverre de volgende families gezien:

1 vosjes, 2 zandoogjes, 3 witjes, 4 blauwtjes, 5 dikkopjes.


Vosjes (Nymphalidae)

De meeste grotere vlinders in onze tuin behoren tot de familie van de Schoenlappers. De familie heet zo, omdat de onderkant van de vleugels meestal donker gekleurd is (als leer) met een paar vlekken. Vroeger had je schoenlappers die het leer in schoenen repareerden door over de slijtgaten kleine stukjes leer te plakken. En hoe zo iemand ook zijn best deed, hij vond nooit een stukje leer van precies dezelfde kleur. Dus oude schoenen die vaak waren 'opgelapt' leken een beetje op de onderkant van de vleugels van de schoenlappers. Er is nog een andere verklaring. De voorpootjes van de schoenlappers zijn heel klein. De dieren kunnen er niet meer op lopen. Ze gebruiken de pootjes alleen maar om zich te poetsen. De onderkant van de vleugels is zo donker om met opgeklapte vleugels niet op te vallen. Veel schoenlappers overwinteren namelijk als volwassen vlinder. Door op een bloem plotseling die vleugels te openen en dan weer te sluiten worden gevaarlijke vijanden, zoals vogels en libellen, afgeschrikt. Naast de vosjes behoren ook de zandoogjes tot deze familie, al behandelen wij die apart.


Distelvlinder (Vanessa cardui)

Komt elk jaar in wisselende aantallen vanuit Zuid-Europa naar ons toe. Meer...


Atalanta (Vanessa atalanta)

Ook dit is een trekvlinder, maar hij verschijnt in veel grotere aantallen. Meer...


Dagpauwoog (Inachis io)

Eén van de mooiste Europese dagvlinders. Meer...


Kleine Vos (Aglais urticae)

Eén van de gewoonste vlinders in de tuin. Meer...


Gehakkelde Aurelia (Polygonia c-album)

Het "gehakkel" doet hem er wat grillig uitzien. Meer...


Landkaartje (Araschnia levana)

Te herkennen aan de oranjegele band aan de voorkant van de voorvleugel. Naar de vleugeltop toe versmalt hij. Meer...


Kleine IJsvogelvlinder (Limenitis camilla)

Ondanks zijn naam niet zo'n erg indrukwekkende soort. Meer...

Zandoogjes (Satyridae)

Zandoogjes zijn bruinige dagvlinders met oogvormige vlekken, meestal zowel op de bovenkant als op de onderkant van alle vleugels. Die ogen dienen om aanvallers bang te maken of de aandacht van de aanvaller af te leiden. Deze valt de ogen aan en krijgt weinig houvast aan de snel bewegende vleugeltoppen. Omdat de meeste soorten bruinachtig zijn worden zandoogjes ook wel bruintjes genoemd. Alle zandoogjes hebben enigszins gezwollen aderen in de vleugel, vlak bij het lichaam. Deze aderen vormen een soort primitief gehoororgaan. Sommige schoenlappers (maar niet allemaal) hebben ook zo'n "oor" en daarom ziet men de zandoogjes tegenwoordig vaak als een onderfamilie van de schoenlappers. Voor deze onderfamilie wordt dan de wetenschappelijke naam Satyrinae gebruikt. Voor onze site komt het echter beter uit de zandoogjes apart te behandelen. De meest voorkomende zandogen in de Benelux hebben een spanwijdte die uiteenloopt van zo'n 35 tot zo'n 45 mm en zijn dus niet zo groot. En omdat vele saai gekleurd zijn en nogal op elkaar lijken worden ze dikwijls over het hoofd gezien, terwijl een aantal soorten, zoals het Koevinkje en de Argusvlinder toch tot de meest voorkomende vlinders in de Benelux behoren.


Argusvlinder (Lasiommata megera)

Kijkend naar de bovenkant van de vleugels zou je hem kunnen verwarren met een vosje. De onderkant verraadt zijn echte herkomst: een typisch zandoogje. Meer...


Koevinkje )Aphantopus hyperantus)

Een algemene, maar saaie en onopvallende vlinder. Meer...


Bont Zandoogje (Pararge aegeria)

In grote delen van Nederland een gewone soort van bossen en beschaduwde plaatsen. Meer...


Bruin Zandoogje (Maniola jurtina)

Behalve in de polders bijna overal zeer algemeen zandoogje Meer...


Witjes (Pieridae)

De vlinderfamilie Pieridae wordt in het Nederlands aangeduid met witjes. Toch zijn niet alle leden van deze familie wit. De luzernevlinders bijvoorbeeld zijn oranje, het citroentje is geel. Het is een familie die heel veel voorkomt in de gematigde streken van de wereld. Opvallend aan de vlinders is, dat ze meestal maar één of twee kleuren hebben. In tegenstelling tot de meeste andere dagvlinders hebben de meeste niet veel tekening op de vleugels. Ze maken daardoor een wat saaie indruk. De spanwijdte van de meeste soorten ligt zo rond de 50 mm, waardoor ze zo'n beetje op het gemiddelde zitten van de gewone vlinders in de tuin. De rupsen zijn over het algemeen onbehaard of heel kort behaard en groenig. De pop worden meestal met behulp van een zelfgesponnen riempje vastgemaakt aan plantenstengels, muren of boomstammen, we spreken van gordelpoppen. Hoewel soms als rups wordt overwinterd, gebeurt dat vaker als pop. Aan de volwassen vlinders is vaak het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes goed te zien aan de vleugeltekening. En bij sommige soorten is ook het verschil tussen de verschillende generaties erg groot, zoals bij het klein geaderd witje.


Klein Geaderd Witje (Pieris napi)

Eén van de meest voorkomende witjes in de tuin, herkenbaar aan de donker aangezette aders. Meer...


Klein Koolwitje (Pieris rapae)

Een al bijna even gewone soort in tuinen en parken. Meer...


Groot Koolwitje (Pieris brassicae)

Dit is de grootste lastpak in de landbouw van allemaal. Meer...


Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Echte lentebode en soms al te zien op milde dagen in januari of februari. Meer...


Oranjetipje (Anthocharis cardamines)

Een vrolijk gekleurd witje dat ook in het voorjaar vliegt. Meer...


Blauwtjes (Lycaenidae)

Deze familie van meestal kleine vlindertjes is naar de kleur van een groot aantal soorten genoemd: blauwtjes. Dat blauwe zie je meestal het best als ze de vleugels open hebben staan, want de onderkant is vaak grauw, grijs en soms zelfs bruin, vaak met heel veel kleinere en grotere vlekjes. Maar de familie omvat nog veel meer, grotendeels kleine, dagvlinders. De kleine pages, zoals de Iepenpage en de Eikenpage horen in deze groep thuis en ook de vuurvlinders. Er zijn vaak grote verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes, vooral op de bovenkant van de voorvleugels. Die verschillen zijn overigens meestal niet te zien, omdat heel veel blauwtjes de vleugels maar zelden opengeklapt houden tijdens het rusten of eten. De rupsen hebben meestal een hoge rug en heel korte pootjes. Ze lijken daardoor wel wat op slakjes.


Boomblauwtje (Celastrina argiolus)

Eén van de meest voorkomende blauwtjes in parken en tuin, ook in heel kleine stadstuintjes. Meer...


Icarusblauwtje (Polyommatus icarus)

Een al bijna even gewone soort in tuinen en parken, maar wat minder in steden. Meer...


Bruin Blauwtje (Aricia agestis)

Het bruine blauwtje is een blauwtje dat bruin is. Logisch toch... Meer...


Eikenpage (Quercusia quercus)

Heel gewone soort van beboste gebieden, maar niet zo vaak gezien, omdat hij het liefst rond boomtoppen vliegt. Meer...


Kleine Vuurvlinder (Lycaena phlaeas)

Mooi gekleurd, maar erg klein dagvlindertje. Meer...


Groentje (Callophrys rubi)

Het groentje komt vooral voor op de zandgronden en op de Waddeneilanden. Meer...

Dikkopjes (Hesperiidae)

Dikkopjes zijn tamelijk kleine vlindertjes, meestal rood, roodbruin of bruin van kleur met een dik lijf en heel kleine vleugeltjes. Als je er eenmaal een gezien heb, zul je ze in het veld altijd in één oogopslag herkennen. Dikkopjes zitten een beetje tussen dag- en nachtvlinders in. Zo hebben ze de kleine vleugels die we kennen van veel uiltjes en hebben ze een dik, harig lichaam, zoals veel beervlinders dat ook hebben. Maar ze hebben wel een voelspriet met een knopje erop en ze missen de verbinding tussen achtervleugel en voorvleugel. Tijdens het eten en in rust klappen ze hun vleugels vaak samen boven het lichaam. Iets dat we bij uiltjes nooit zien, maar wel bij sommige andere nachtvlinders, zoals bijvoorbeeld de leverkleurige spanner.


Groot Dikkopje (Ochlodes venata)

Het grote dikkopje zien we regelmatig in onze tuin. Meer...


Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)

Zeer zelden te zien in onze tuin: het zwartsprietdikkopje. Meer...


Line
        © Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys)