Argusvlinder Lasiommata megera
Eén van de meest voorkomende zandoogjes in de Benelux is de argusvlinder. Toch is het een
soort die zich in onze tuin niet zo heel vaak laat zien, vermoedelijk omdat onze tuin, grenzend aan een bos, meer geschikt is voor het Bonte Zandoogje. Toch verschijnt er zo nu en dan een argusvlinder, soms zelfs in grotere aantallen. Mannetjes hebben midden op de bovenkant van de voorvleugels een donkere, brede band. Deze bestaat uit speciale schubben die een geur afgeven en die dan ook geurschubben worden genoemd. De mannetjes zijn erg onrustig en erg snel te verstoren. Bovendien bezetten ze een territorium waarin ze alleen vrouwtjes toelaten en geen andere mannetjes. Daarom zie je meestal meer vrouwtjes dan mannetjes. De mannetjes zijn daarom veel moeilijker te fotograferen dan de vrouwtjes. Die vrouwtjes lijken trouwens erg veel op de mannetjes, maar missen de zware band met geurschubben. Op de bovenste foto dus een mannetje, en op de foto daaronder een vrouwtje.
De argusvlinder komt in grote delen van Europa, het Midden-Oosten en Centraal Azië voor, maar we vinden hem niet in Schotland, Ierland en nauwelijks in Zweden, Finland en Noorwegen. Exemplaren uit Zuidelijk Europa zijn minder fraai van kleur dan die uit gematigdere streken. Ook bij ons in de Benelux een zeer gewone soort, al zie je er nooit heel veel tegelijk. Hij komt in heel veel verschillende biotopen voor: zowel langs bosranden als in polderlandschappen. Het dier heeft een nogal variabele spanwijdte. Sommige exemplaren halen nauwelijks de 30 mm, terwijl andere wel 46 mm halen.
De
rups van de argusvlinder is zeer lichtgroen met witte lijnen. Net als de
larven van de andere zandogen leeft hij op verschillende grassoorten. De vlinder vliegt in drie elkaar overlappende generaties van april tot november. De grootste aantallen echter zien we eind mei/begin juni en in augustus. Het is de rups die overwintert. De
pop hangt aan grasstengels. Het veroppen kan bij deze soort erg snel gaan. De argusvlinder is een heel mooi zandoogje, die men op grond van de kleur gemakkelijk voor een vosje kan aanzien. De oogjes op de ondervleugel geven echter duidelijk aan dat het hier om een zandoogje gaat.