|
||||
|
||||
[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]
De beervlinders zijn genoemd naar hun rupsen. Die zijn namelijk vaak zeer zwaar behaard en die haren geven de rups meestal een donker uiterlijk. De volwassen vlinders zijn ook vaak zeer zwaar behaard, vooral de grotere soorten. Veel beervlinders zijn erg kleurrijk en contrastrijk getekend: vaak met veel rode en gele waarschuwingskleuren. Deze dieren zijn voor vogels en andere belagers veelal oneetbaar en soms zelfs giftig. De familie valt uiteen in twee zeer verschillende onderfamilies: de grotere, kleurrijke en zwaar behaarde vlinders die tot de echte beervlinders (Arctiinae) worden gerekend en de kleinere, slanke en vaak grijzig gekleurde, nauwelijks behaarde soorten die tot de korstmosvlinders (Lithosiinae) worden gerekend. In de Benelux komen ruim 40 soorten voor. Soms worden ook de visstaartjes gerekend tot de beervlinders.
Echte Beervlinders (Arctiinae) De echte beervlinders zijn middelgrote, vaak kleurrijke en behaarde vlinders. Zo is in veel gevallen niet alleen het lichaam behaard, maar de pootjes zijn dat ook. Van veel soorten eten de volwassen dieren in het geheel niet meer. De "wit met zwarte stippeltjes"-soorten (tijgers) doen soms erg denken aan stippelmotten, maar ze zijn veel groter en niet zo langgerekt.
Witte Tijger (Spilosoma lubricipeda)
Onder een enorme bontkraag komen twee vleugels uit: wit met zwarte stippen. Meer... over deze soort
Mendicabeer vrouwtje (Cycnia mendica)
Het vrouwtje van de mendicabeer lijkt veel op de witte tijger, maar meestal heeft zij minder stippen, waarvan een aantal wel vaak groter zijn. Meer...
Mendicabeer mannetje (Cycnia mendica)
Het mannetje heeft een bruine basiskleur en de stippen vallen dan ook nauwelijks op. Meer...
Gele Tijger (Spilosoma lutea)
De gele tijger is geelwit, rozewit of roomwit, maar nooit spierwit. Meer...
Korstmosvlinders (Lithosiinae) Korstmosvlinders vallen vooral op door hun vorm: ze zijn tamelijk langgerekt en schuiven in rust de vleugels vaak over elkaar heen of rollen ze zelfs op langs het lichaam. Bleke en afgevlogen dieren zou je kunnen verwarren met de grasmotten. De twee groepen zijn gemakkelijk uit elkaar te houden: grasmotten hebben altijd een snuitje, beervlinders nooit. Verder dragen de grasmotten in rust hun antennes naar achtergebogen bovenop de vleugels. Korstmosvlinders in rust verbergen hun antennes onder de vleugels. De rupsen van korstmosvlinders leven op mossen en korstmossen die groeien op boomstammen en boomtakken. Sommige soorten verschijnen zelfs in de stad, waar de rupsen leven op korstmossen op daken en muren. Er zijn een aantal op elkaar lijkende grijze soorten die vaak moeilijk zijn te herkennen. Andere soorten herken je in één oogopslag.
Naaldboombeertje (Eilema depressa)
Het oranje van de kop loopt door op het tussen de vleugels zichtbare lichaam. Daaraan is hij vaak het gemakkelijkst te herkennen. Meer...
Platte Beertje (Eilema lurideola)
Te herkennen aan de oranjegele band aan de voorkant van de voorvleugel. Naar de vleugeltop toe versmalt hij. Meer...
Streepkokerbeertje (Eilema complana)
Bij deze soort versmalt het lijntje niet, maar blijft tot aan de vleugeltop even breed. Meer...
Streepkokerbeertje (Eilema complana)
Bij gelige exemplaren van het streepkokerbeertje kan het lijntje wel eens moeilijk te zien zijn. Meer...
Geel Beertje (Eilema sororcula)
Geen vergissing mogelijk bij deze soort, ook al omdat hij vroeger vliegt dan de meeste andere korstmosvlinders. Meer...
Zwarte Beertje (Atolmis rubricollis)
Vergissen is niet mogelijk, want er is geen enkele andere mot die er zo uitziet. Meer... |
||||
© Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys) |
||||