banner


Line
Languages:                                
English / engels    
Dutch / nederlands

[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]

Naaldboombeertje (Eilema depressa)

Line

Het mannetje en het vrouwtje van het naaldboombeertje zijn verschillend. Het mannetje is niet alleen iets kleiner dan het vrouwtje, hij is ook lichter van kleur en veel minder contrastrijk. Hij heeft doffe geelwitte tot grijswitte vleugels met een vaag oranje randje aan de bovenkant van de voorvleugel en vaag oranje kleuringen aan de vleugeluiteinden. Het vrouwtje is groter, heeft grijze tot loodgrijze vleugels met een oranje randje aan de bovenkant van de voorvleugel en oranje vleugeluiteinden. Hij is gemakkelijk te herkennen, zij lijkt nogal op wat andere grijze beertjes, vooral het gladde beertje. Een goed kenmerk is meestal de oranje kleur van de kop die helemaal doorloopt op het zichtbare gedeelte van het lichaam. Bij de andere beertjes is soms alleen de kop oranje, maar het lichaam grijs. Het naaldboombeertje rolt de vleugels niet om het lichaam heen, maar houdt ze gespreid of over elkaar heen geschoven. De spanwijdte van het mannetje is 28 tot 32 mm, de spanwijdte van het vrouwtje 32 tot 36 mm.



De eitjes worden in de zomer gelegd, maar komen pas in september uit. Het rupsje van het naaldboombeertje eet wel, maar groeit niet hard. De nog zeer kleine rupsjes overwinteren op boomstammen of op takken, zonder zich in te spinnen of andere maatregelen te nemen tegen de kou. In het voorjaar zetten ze hun ontwikkeling voort. Vanaf mei gaan de meeste verpoppen. Hiertoe spint de larve een kokon, meestal in een barstje in de boomschors. Na vier tot acht weken komt dan de vlinder te voorschijn. De rups zelf blijft tamelijk klein en is gemakkelijk te herkennen: bruinachtig zwart met een brede witte streep op de rug, die drie keer door zwart wordt onderbroken en wel op de segmenten 3, 7 en 11. Hij wordt zo'n 20 tot 24 mm. lang en leeft van korstmos en mos dat groeit op naaldbomen, eik en meidoorn.

Het naaldboombeertje heeft een lange vliegtijd voor een soort die maar één generatie per jaar heeft en kan worden gezien van eind mei tot begin september, maar met een duidelijke piek van half juni tot begin augustus. De soort vliegt uitsluitend 's nachts, maar zowel het mannetje als het vrouwtje komen graag op licht af. Gemakkelijk overdag te verstoren en onrustig in gevangenschap. Maar als ze tot rust gekomen zijn gemakkelijk te fotograferen. In Nederland en België een lokale soort die is gebonden aan naaldbossen op zandgrond (Veluwe, Zuidoost Friesland, de duinen), maar daar waar hij voorkomt meestal niet zeldzaam. Ook elders in Europa een lokale soort, die niet in Noord-Europa te vinden is.

NB Deze soort stond tot voor kort bekend onder de wetenschappelijke naam Eilema deplana.
Line



Line
        © Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys)