banner


Line
Languages:                                
English / engels    
Dutch / nederlands

[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]

Kniptorren (Elateridae)

Er zijn diverse soorten kniptorren. De dieren worden zo genoemd omdat ze als ze op de rug terechtgekomen zijn weer met een plofje op hun pootjes terecht kunnen komen. Ze maken daarbij het geluid van iemand die in zijn vingers knipt. Ze hebben opvallende en actieve larven. Deze worden ritnaalden genoemd en zijn heel erg hard. De meeste ritnaalden zijn vegetariërs, die vooral aan wortels knagen. De larve van de kniptor rechtsonder echter jaagt ook op andere insecten. Of de ritnaald hieronder tot dezelfde soort behoort als de volwassen kever rechtsonder staat niet geheel vast. Dalopius marginatus is een opvallende kniptor die in geheel Europa tot de gewoonste soorten behoort. Toch is het geen echt tuindier, want hij is gebonden aan sparren en dennen. Hoewel de meeste kniptorren langer zijn dan één centimeter, is deze soort klein: slechts 6 tot 8 mm lang.

Links: de larven van kniptorren worden ritnaalden genoemd: ze lijken veel op rupsen, maar zijn heel erg hard. Rechts: Dalopius marginatus.

Hieronder zie je links de Muisgrijze Kniptor. Hoe die aan die naam is gekomen is wel duidelijk. De meeste kniptorren zijn nachtdieren en erg onopvallend gekleurd, want ze zijn bijna allemaal bruinig, grijzig of zwart. Rechtsonder een zachtglanzende kniptor die voor zover wij weten het zonder Nederlandse naam moet stellen. De soort heeft een gleufje in zijn borststuk waarin de eerste segmenten van de voelsprieten kunnen worden gelegd. Hij is van veel andere zwarte kniptorren te onderscheiden door de zachtglanzende haartjes die een goudkleurige gloed hebben in het juiste licht.

Links: de Muisgrijze Kniptor (Agrypnus murinus) doet z'n naam alle eer aan. Rechts: dit is de kniptor Cidnopus aeruginosus.

Linksonder een veel voorkomende kniptor, die voor zover wij weten geen Nederlandse naam heeft: Athous haemorrhoidalis. Rechtsonder één van de vele zwarte kniptorren. Die zwarte soorten zijn vaak lastig op naam te brengen. Belangrijk is de groeirichting van de haren, en dus moet je daarvan een scherpe macrofoto zien te maken. Aan de hand van de haargroei is vastgesteld dat het hier gaat om Melanotus rufipes, die evenmin door een Nederlandse naam wordt gesierd.

Links: Athous haemorrhoidalis, een gewone soort in veel tuinen. Rechts: één van de vele zwarte kniptorren: Melanotus rufipes.

Gelukkig zien niet alle kniptorren er even saai uit. De beestjes hieronder zijn mooie voorbeelden van wat levendiger gekleurde kniptorren. Helaas zijn er binnen dit geslacht een aantal zeer sterk op elkaar gelijkende soorten. Linksonder waarschijnlijk Ampedus quercicola, wellicht de gewoonste van al deze rood/zwarte soorten. Maar zekerheid over de soort hebben we niet. Het is een typische bossoort die een lengte kan bereiken van 9 tot zo'n 11 mm. De soort bewoont geheel Europa, inclusief Groot-Brittannië en Ierland. Rechtsonder een kever met dekschilden die ook rood zijn, maar waarvan het laatste derde gedeelte zwart is. Daarom weten we ook dat het gaat om Ampedus balteatus. Hij is ongeveer even groot (7 tot 10 mm) en ook al heel gewoon door geheel Europa. Regelmatig overdag actief en aan te treffen op boomstammen en bloemen. De larven ontwikkelen zich in drie jaar in vermolmd hout. Het dier op de foto was helaas nogal vies.

Links: één van de vele rood/zwarte Ampedus-soorten: waarschijnlijk de overal gewone Ampedus quercicola. Rechts de gelijkende Ampedus balteatus met een tweekleurig dekschild.



Line
        © Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys)