[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.]

De vink (Fringilla coelebs)

Klikhier voor het geluid van de vogel.

De mannetjesvink is een kleurrijk heerschap.

Deze vink die ongeveer net zo groot is als de huismus kun je overal in Nederland aantreffen, als er maar een paar bomen in de buurt zijn. Het mannetje oogt met name in het voorjaar schitterend met mooie rode en blauwgrijze tinten. Het wijfje is wat grijsachtig bruin, maar heeft wel het kenmerkende vinkenwit in de vleugel. Het diertje is het hele jaar in mijn tuin aan te treffen, hoewel de aantallen 's winters hoger lijken. In de winter verkeert de vink vaak in gezelschap van groenlingen, ringmussen en koolmezen. Hoewel de vink regelmatig op mijn voertafel is te zien, zit hij er nog vaker onder om op te pikken wat andere vogels van de voertafel hebben afgegooid, of om te genieten van de kleine stukjes pinda's die de pimpelmezen, de boomklevers en de grote bonte spechten bij hun pindanetklauterpartijen hebben laten vallen.

Links een nog lang niet uitgekleurd jong mannetje. Rechts een nog jonge mannetjesvink. Zijn grijze kapje is nog vlekkerig.

Vinken zijn goede zangers en werden vroeger zeer veel in kooitjes gehouden. Dat lot deelde hij met een aantal andere vinkachtigen, zoals de goudvink en het puttertje. Niet zelden werden de oogjes uitgestoken, zodat het diertje beter en langer zong. Het houden van deze inheemse vogeltjes is tegenwoordig aan strenge regels gebonden.

Naar deze vogel is in het Nederlands de gehele vinkenfamilie genoemd. De vink bereikt een gewicht van maximaal 20 gram. Hij is dan 15 centimeter lang. Het vrouwtje is grauw-bruin. Alleen het wit in haar vleugel maakt haar gemakkelijk herkenbaar. De vogel maakt een mooi nest in bomen of struiken en begint vaak al in april te broeden. Er worden meestal twee broedsels grootgebracht, elk bestaande uit vijf tot zeven eieren. De broedtijd is 13 dagen en de jongen blijven ongeveer twee weken op het nest. Net als de meeste andere vinken lust de vink het liefst zaad, maar ook insekten worden wel gepakt. De vink komt overal voor: bosranden, parken, dorpen en steden en is in het geheel niet schuw. Hij bewoont geheel Europa, Noord-Afrika en het Midden-Oosten.