banier
lijntje
lijntje
back
Grashommel Bombus ruderarius

De Grashommel hieronder, hoewel de determinatie niet helemaal vast staat, is een wat lastig te herkennen, tamelijk kleine hommelsoort. Dat lastige zit 'm vooral hierin dat allerlei kenmerkende kleureigenschappen bij het ouder worden snel verloren gaan en ook vaak helemaal niet aanwezig zijn. Meestal is de hele hommel zwart en is alleen het kontje van vuilrode haren voorzien. Hij lijkt dan wel wat op ondermeer de Steenhommel, maar de kontharen zijn altijd veel minder mooi rood en het dier is veel kleiner. Maar ook kunnen banden van een onbestemd soort gelig wit op het borststuk te zien zijn, die het dier op veel andere (afgevlogen) hommels doet lijken. De koningin is slechts 16 tot 18 mm lang en heeft een spanwijdte van maximaal 32 mm. De werksters en darren zijn iets kleiner. Daarmee heeft het dier dezelfde afmetingen als de veel gemakkelijker te herkennen Akkerhommel. De Grashommel kent zeer kleine volkeren: slechts 50 tot 100 dieren wonen in één nest. De koningin begint ook pas laat met de nestbouw: soms half april al, maar meestal verschijnen de eerste in mei. Het nest wordt bovengronds gebouwd in dorre grasplekken of mos. Nestelt ook graag in wegbermen en slootkanten. Het is geen bergsoort, maar eentje die het liefst het vlakke land bewoont. Tot de favoriete bloemen behoren onder meer de gouden regen, klaversoorten en windes. Is in de Benelux een gewone soort.