Taxonomische indeling
Rijk:	Stam:	Klasse:	Orde:	Familie:	Geslacht:	Soort:
Animalia	Arthropoda	Insecta	Hymenoptera	Argidae	Arge	A. pagana

Van de rozenbladwesp bestaan bij ons twee sterk gelijkende soorten. Arge pagana komt het meest voor, Arge ochropus is zeldzamer. De rozenbladwesp afgebeeld op deze pagina is echter Arge pagana en die bedoelen we dan ook in de rest van dit verhaal. De rozenbladwesp is een mooie, ietwat glanzende verschijning. Het dier is zwart, op het achterlijf na, want dat is gelig oranje. De pootjes zijn ook geheel zwart. De dieren vliegen langzaam en moeizaam met hangende pootjes. Omdat de vleugels tamelijk donker zijn is de kleur van het achterlijf niet altijd goed te zien. Vliegende rozenbladwespen lijken in het voorjaar dan ook sterk op de eveneens moeizaam vliegende maartse vliegen en rouwvliegen. Mannetjes en vrouwtjes kunnen gemakkelijk uit elkaar gehouden worden. De mannetjes hebben antennes die overal ongeveer even dik zijn. De antennes van de vrouwtjes verdikken zich naar boven toe een beetje.

De rozenbladwesp vliegt in het voorjaar. Afhankelijk van weer en temperatuur vanaf maart tot in juni. De vrouwtjes hebben zoals alle bladwespen een zaagje in hun achterlijf. Daarmee zagen ze een opening in een jonge loot van de rozenplant. De opening is langwerpig en is rond aan boven en onderzijde. In de opening worden een aantal eieren gelegd. De larven komen vrij snel uit en verplaatsen zich naar de jonge blaadjes. Jonge larven blijven gezellig bij elkaar. Ze kunnen nieuwe loten geheel opeten. Oudere larven leven meer op zichzelf en eten ook van oudere blaadjes. De sterk op een rups lijkende larve (bastaardrups genaamd) lijkt sterk op heel veel andere bladwesplarven: groen met zwarte veegjes en stippen. Als ze zich bedreigd voelen nemen ze een houding aan waarbij ze lijken op de letter S. Voor het verpoppen spinnen de rupsen zich in in een stevige witte kokon. Feitelijk heeft de kokon twee wanden. De binnenwand is glad en sterk, de buitenwand vertoont een netvormige tekening. De pop overwintert. De rozenbladwesp vinden we zowel op wilde als op gekweekte roosachtigen.



De rozenbladwesp is bij ons een algemeen voorkomende bladwesp. Meestal zijn de aantallen redelijk laag of worden veel larven na het uitkomen snel opgegeten. Vooral veel wantsen en hun larven lusten er wel pap van. Maar er zijn ook heel veel sluipwespen geïnteresseerd in de larven. Soms zijn de aantallen heel erg hoog en kan grote schade worden toegebracht aan rozenplanten. Het kan dan voorkomen dat een struik zo zwaar wordt aangetast dat hij het loodje legt, maar dat gebeurt niet zo vaak. Dikwijls hoef je geen actie te ondernemen en verschijnen binnen twee weken na het begin van de plaag de natuurlijke vijanden in grote aantallen.