Aoplus personatus
Er zijn verschrikkelijk veel sluipwespensoorten. Waarschijnlijk weten we niet eens bij benadering hoeveel soorten er zijn. In ieder geval zijn er in Nederland alleen al zo'n 1.500 soorten. In België wonen er waarschijnlijk zelfs meer, maar dat weten we niet zeker. De sluipwespen behoren tot de zogenaamde parasitaire wespen. Daartoe behoren bijvoorbeeld ook de galwespen die rare bobbels op planten of boombladeren veroorzaken. Sommige sluipwespen, zoals de soort hieronder, zijn best groot, maar er zijn nog veel meer kleinere soorten. Sluipwespen leven altijd parasitair op vooral insectenlarven. Het volwassen vrouwtje legt één of meer eieren op, in of naast een insectenlarve. Haar jongen eten deze dan op, vaak van binnenuit. Daarom zijn de wespenlarven altijd veel kleiner dat de gastheer. Alsof dat nog niet genoeg is, zijn er nog kleinere sluipwespen die hun eitjes leggen op of in... de larven van de sluipwesp. De eitjes worden dus afgezet in de larve van een andere sluipwesp, die op dat moment bezig is met het opeten van een insectenlarve. Zoiets noemen we heel deftig: superparatisme. En ja hoor, geloof het of niet: er zijn zelfs nog kleinere sluipwespen die hun eitjes afzetten op de larven van superparasieten. Ook voor die jongens is een deftige naam: hyperparatisme.
De soort op deze pagina is met een een grote mate van zekerheid geïdentificeerd door Kees Zwakhals, een expert op sluipwespen-gebied. De eitjes worden gelegd in de poppen van (grotere) nachtvlinders. Op de foto's is het dier aan het worstelen met een huisspin. Overigens duurde dat niet lang. Al snel zagen beide dieren niets meer in elkaar.
