banier
lijntje
lijntje
back
Grijze Rimpelrug Andrena tibialis

De grijze rimpelrug is veel minder kleurrijk dan veel andere soorten. Ook hij vliegt al vroeg in het voorjaar en kan vaak zonnebadend worden aangetroffen op blaadjes. Paardenbloemen verschaffen het volwassen dier voedsel. Veel voorjaarsinsecten laten zich vaak het best fotograferen op koele dagen. Ze zoeken dan plekjes in de zon op, waar ze zich opwarmen. Ze zijn dan vaak wat minder actief en zijn bereid eventjes to poseren. De grijze rimpelrug is één van de vele kleinere zandbijtjes. De lengte is meestal zo'n 8 tot 9 mm. Het diertje is tamelijk harig, maar omdat de uiteinden van de haren lichter van kleur zijn dan het begin, lijkt hij vaak wat minder behaard. De status van deze soort is wat vaag. Volgens sommige bronnen is de soort bedreigd en zeldzaam. Uit inventarisatielijsten zoals opgemaakt in Zeeland en ook Flevoland blijkt de grijze rimpelrug daar toch nog steeds redelijk veel voor te komen.

Op de onderste foto's zie je een parend koppeltje. Op zich niets bijzonders natuurlijk, maar als je héél goed kijkt zie je bij het vrouwtje een parasiet. Het is het kleine knobbeltje dat je bij haar naar buiten ziet steken vlak voor het voorpootje van het mannetje. Die parasiet heet Stylops melittae en is een zogenaamde waaiervleugelige (orde Strepsiptera). Dat is een orde van kleine insectjes die als parasiet in een bepaalde diersoort wonen. De vrouwtjes blijven hun hele leven in de gastheer en zien er ook als volwassen dier eerder uit als een larfje dan als een insect. De mannetjes ontwikkelen zich wel volkomen en kunnen ook vliegen. Zij leven maar een paar uur en gaan in die tijd op zoek naar een vrouwtje om te paren. Een bij met zo'n parasietje noemen we gestylopiseerd. Zulke bijen vertonen vaak afwijkend gedrag en zijn dikwijls onvruchtbaar, hoewel de parasiet zijn slachtoffer niet doodt.