banier
lijntje
lijntje
back
Bont Zandoogje Pararge aegeria

Omdat onze tuin bestaat uit zandgrond en grenst aan een bos is er nog een zandogensoort die zich thuisvoelt in onze tuin: de bonte zandoog. Wij hebben er nooit meer dan vier tegelijk gezien, maar ook hij duikt elk jaar op in de tuin. Hij is heel wat levendiger van tekening dan het bonte zandoogje, maar het is nog steeds een tamelijk saaie, bruinige vlinder. Het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes is lastig te zien, maar op de bovenkant van de achtervleugel hebben mannetjes vier zwarte stipjes, waar het vrouwtje er maar drie heeft. En van die vier zwarte stipjes zijn er slechts twee echte oogjes met een witte stip erin bij het mannetje, terwijl het vrouwtje een wit puntje heeft in alle drie de oogjes. Verder is de witte vlek bij het oog in de bovenvleugel bij het vrouwtje groter dan bij het mannetje. Het dier op de bovenste foto is daarom een mannetje, het dier op de foto eronder een vrouwtje.
Ook het bonte zandoogje is in de gehele Benelux een gewone soort. Alleen in de polders van Noord-Holland en in het Groene Hart van de Randstad is dit een zeer zeldzame soort, gebonden als hij is aan lichte bossen. Je hebt wel veel kans hem tegen te komen, want de vliegtijd is erg lang: de eerste verschijnen al eind maart en de soort kan doorvliegen tot eind oktober. Dat komt omdat er drie elkaar overlappende generaties per jaar voorkomen. Op de noordelijke delen van Scandinavië na komt deze vlinder in geheel Europa voor. Wel zijn er twee kleurschakeringen. In de Benelux, het noorden van Frankrijk, de Britse eilanden, de Balkan, Griekenland en Turkije vinden we de ondersoort Pararge aegeria tircis. De lichte delen van de vleugels zijn gelig of crèmekleurig. In de rest van Europa, zoals Zuid-Frankrijk, Spanje en Portugal vinden we de ondersoort Parage aegeria aegeria. De lichte delen op de vleugels zijn oranje in plaats van crème. Nog verder naar het zuiden, bijvoorbeeld in Noord-Afrika kunnen we dieren aantreffen waarbij de lichte vleugeldelen rood tot roodbruin zijn.
Met een spanwijdte tot 42 mm is het bonte zandoogje even groot als het bont zandoogje. De rups is groen en geheel behaard met zeer korte, witte haartjes. Ook deze zandoogrups eet grassen. De lange vliegtijd komt omdat het dier als rups, maar ook als pop kan overwinteren. Dit is bij vlinders vrij ongewoon, omdat meestal maar in één fase wordt overwinterd. Je ziet vaker een vrouwtje dan een mannetje. Dat komt omdat de mannetjes een territorium (bijvoorbeeld een tuin) bezetten. Daarin worden wel vrouwtjes toegelaten, maar geen andere mannetjes! En terwijl de vrouwtjes nectar zuigen uit bloemen, zitten de mannetjes vaak op een vaste plek te zonnebaden, maar vooral te letten op de komst van andere mannetjes, die dan prompt worden verjaagd.