banier
lijntje
lijntje
back
Piramidevlinder Amphipyra pyramidea

De piramidevlinder is een grote, opvallende uil, vooral wanneer hij zijn fraaie oranje ondervleugel laat zien. Hij is alleen te verwarren met de zeer sterk gelijkende schijn-piramidevlinder. Er zijn een paar uiterst subtiele verschillen in de tekening op de bovenvleugel, maar die onderkennen is lastig en biedt nauwelijks zekerheid. De ondervleugel en het lichaam van de piramidevlinder zijn contrastrijker getekend dan bij de schijn-piramidevlinder en dat lijkt een niet al te onbetrouwbare manier om ze uit elkaar te houden. Toch blijft het vaststellen van de exacte soort zelfs voor kenners lastig. Overigens komen bij beide soorten varianten voor waarbij het prachtige, kleine witomzoomde ronde vlekje afwezig is. De spanwijdte van de piramidevlinder loopt uiteen van 47 tot 54mm.

De eieren worden vanaf september afzonderlijk of in heel kleine groepjes gelegd op twijgjes of de bast van de waardplant. Zij overwinteren en komen pas in het volgende voorjaar uit. De rupsen vinden we vooral in april en mei. Vanaf juni gaan ze ondergronds, waar ze een kokon spinnen om te verpoppen. Dat duurt ongeveer twee maanden. De rups is kaal en groen met een puntje (bultje) op het 11e segment. Het bultje eindigt in een geel puntje. De rups van de schijnpiramidevlinder is nagenoeg identiek, maar haar bultje eindigt in een rood puntje. Over de spiracula loopt een tweekleurige lijn: donkergroen aan de bovenkant, wit aan de onderkant. Die tweekleurige lijn is echter afwezig op de segmenten 4 en 5. De rups wordt 37 tot 42mm lang. Hij leeft op allerlei loofbomen, waaronder eik, haagbeuk en es.

De piramidevlinder vliegt in één generatie van juli tot diep in oktober. Hij wordt aangetrokken door licht, maar nog meer door smeer. In de natuur zuigen ze vaak aan bloedende bomen. In de tuin komen ze graag op de vlinderstruik af. De piramidevlinder vliegt alleen 's nachts, maar wordt overdag vaak rustend aangetroffen in boomspleten, nestkastjes, schuren, en zelfs huizen. Dat rusten gebeurt vaak in kleine groepjes vlinders, dikwijls bestaande uit piramidevlinders en schijn-piramidevlinders door elkaar. Rustende dieren kunnen gemakkelijk worden gefotografeerd. Sommige laten zich daarbij manipuleren, andere niet. In de gehele Benelux een zeer gewone soort.