Stigmella aurella
De familie van de dwergmotten (Nepticulidae) bestaat bij ons uit meer dan 80 soorten heel erg kleine vlindertjes. En het leeuwendeel van al die vlindertjes behoort tot het geslacht Stigmella. Vele zijn bruinig met een wit bandje over de vleugels, of witte vlekjes op de vleugels. De spanwijdte van de meeste van deze ukkies is zo'n 4 tot 10 mm. In rust op een blad zijn ze dus zo'n 2 tot 5 mm lang. Zulke vlindertjes zijn bijna niet te ontdekken. Toch weten we best wat over ze. Dat komt omdat de rupsjes bladeren mineren, dat wil zeggen ze leven in een blad, tussen de bovenkant en de onderkant in. De beestjes bewegen zich al etend door het blad heen. In de bladeren ontstaan dan gangen die we mijnen noemen. Die mijnen zijn van buitenaf goed zichtbaar. Het blad wordt daar namelijk doorzichtig. En elke soort mineerder maakt z'n eigen gang. Aan de hand van een goede foto van het blad met de gang en als je weet om welke plantensoort het gaat, kun je vaak te weten komen welke soort die gang heeft gemaakt. En dus hoef je het dier zelf niet te zien, om toch zijn aanwezigheid vast te stellen. We doen dit soort sporenonderzoek wel vaker. Soms, omdat net als bij mineervlinders de beestjes wel erg klein zijn: aan galappels kun je vaak zien wie er verantwoordelijk voor is. Bij wildviaducten kan men aan de pootafdrukken goed zien welke dieren er gebruik van maken, zonder die dieren zelf ooit te hebben gezien. Ook bij het uitpluizen van braakballen van uilen komen we veel te weten over de muizensoorten en andere kleine, vaak 's nachts levende zoogdieren in de buurt. Ook die muisjes zijn vaak lastig 's nachts op te sporen. Hier een foto van een bramenblad met daarin een duidelijk gang. Deze is zeer waarschijnlijk gemaakt door de rups van Stigmella aurella, een piepklein motje met een spanwijdte van ongeveer 5 mm! De gangen van Stigmella splendidissimella (probeer dat maar eens snel uit te spreken!) lijken er echter heel veel op, vooral op braam. Het is dan ook niet uitgesloten dat het zich om deze soort handelt. Met dank aan Willem Ellis voor zijn hulp bij de determinatie van deze vermoedelijke Stigmella aurella.