Variabele Voorjaarsuil Orthosia incerta
Zoals de naam al doet denken ziet de variabele voorjaarsuil er lang niet altijd hetzelfde uit. Toch is hij meestal gemakkelijk te herkennen. Zo is hij één van de grootste voorjaarsuilen. Verder vliegt hij erg vroeg. Daarnaast heeft hij een heel erg hoekige vleugelpunt. De golflijn (dat is het lichte lijntje kort voor de zijrand van de vleugel) is licht en gegolfd en kent aan de binnenzijde enkele donkere vlekjes. De gehele vleugel maakt de indruk vlekkerig te zijn, zonder dat sprake is van een echt mooie tekening. De kleur van de variabele voorjaarsuil is elke keer anders en varieert van bijna zwarte en nagenoeg ongetekende exemplaren tot lichtgrijze of lichtbruine exemplaren die vaak goed getekend zijn. Donkerbruine exemplaren met vage zwarte spikkels echter komen ook voor. De sierlijke voorjaarsuil lijkt er soms sterk op, maar deze heeft een bijna rechte golflijn. De bandvoorjaarsuil is kleiner, heeft spitsere vleugeltoppen en een sterkere beharing op het borststuk. Spanwijdte van de variabele voorjaarsuil: 34 tot 42mm.
De eieren worden in het voorjaar in groepjes op de waardplant gelegd. Ze komen na een dag of tien uit. De kleine rupsjes leven in bladknoppen. Als ze groter zijn maken ze een slaapplaats door twee of meer blaadjes samen te spinnen. Tussen die blaadjes wordt overdag gerust. In de nacht verlaten de rupsen hun schuilplaats om van andere blaadjes te eten. Bijna volgroeide rupsen schuilen overdag meestal in de strooisellaag of tussen lage planten vlak boven de grond. In juni of juli zijn de rupsen volgroeid. Ze verpoppen nu ondergronds in een heel dunne kokon. De pop overwintert voorzover daarvan sprake is. De rups van de variabele voorjaarsuil is groen met vele witgele spikkels. Net boven de
spiracula loopt een witte lijn die aan de bovenzijde zwart is gezoomd. De rups heeft een groene kop en wordt tot 40mm lang. Te vinden op vele boomsoorten, waaronder eik, appel en wilg. Wordt ook gevonden op lagere planten zoals hop en zuring.
De variabele voorjaarsuil is één van de eerste uiltjes van het jaar. Sommige dieren vliegen al in januari, maar de meeste beginnen eind februari te vliegen, zodra het wat zachter wordt. En hoewel ze door kunnen vliegen tot in juni, zijn de aantallen vanaf eind april heel erg laag. De variabele voorjaarsuil vliegt uitsluitend in het donker, maar kan worden waargenomen bij bloembezoek. Vooral katjes zijn geliefd. Deze vlinder komt graag af op zowel licht als smeer. Hij stelt weinig eisen aan het biotoop: lichte bossen, struwelen, parken en tuinen. Gemakkelijk overdag te fotograferen; blijft vaak onbeweeglijk zitten. Is daardoor wat lastig te hanteren. In de gehele Benelux een gewone soort, die iets minder vaak op kleigrond dan op zandgrond wordt gezien.