banier
lijntje
lijntje
back
Kleine Voorjaarsuil Orthosia cruda

De kleine voorjaarsuil doet zijn naam alle eer aan. Het is de kleinste onder de voorjaarsuilen en alleen al daaraan meestal goed te herkennen. De tekening is heel erg variabel, maar vaak is de niervlek (goed) zichtbaar. De ronde vlek is meestal net te zien, maar dikwijls erg vaag. Er kunnen lijnen over de vleugels lopen, maar meestal zijn die niet meer dan wat stipjes en vaak ontbreken ze. De grondkleur is bijna altijd lichtbruin, soms iets neigend naar roodbruin en soms meer grijzig. De spanwijdte loopt uiteen van 28 tot 32mm.

De eitjes worden in kleine groepjes in het voorjaar gelegd. Ze komen vaak al binnen een week uit. De rupsen eten 's-nachts en verbergen zich overdag tussen twee of drie door henzelf samengesponnen blaadjes van de voedselplant. De rups is in ieder geval in gevangenschap sterk geneigd tot kannibalisme. In juli dalen ze af naar de grond en maken daar een klein en ondiep holletje. Daarin verpoppen ze in een dunne kokon. De pop overwintert. De rups heeft een blauwgroene basiskleur (zelden komen ook bruine exemplaren voor). Elk segment is voorzien van ongeveer tien zwarte stipjes. Over het elfde segment loopt een wit bandje. In totaal lopen er drie witte lengtestrepen over rug en flanken. In het laatste stadium is er een zwarte vlek op het eerste segment net achter de kop. De kop is van dezelfde kleur als het lichaam, maar met een zwarte tekening. Met de leeftijd neemt de hoeveelheid zwart op de kop toe. De rups wordt zo'n 25 tot 30mm lang. Voedselplanten die vaak worden genoemd met betrekking tot de rupsen zijn eik, hazelaar, meidoorn, roos en wilg. Maar de rups van de kleine voorjaarsuil wordt ook wel op andere bomen en struiken gevonden.

De vliegtijd van de kleine voorjaarsuil is gelijk aan die van de meeste andere voorjaarsuilen: we zien ze vooral in maart en april. Ze vliegen alleen 's-nachts. De belangrijkste voedselplanten voor de volwassen vlinders zijn wilgen. De motjes komen goed op licht af en ook op smeer. Als je 's nachts een beestje vangt, poseert dat de volgende dag gewillig voor de camera. Met enige voorzichtigheid laten de meeste exemplaren zich ook manipuleren. In de Benelux een gewone soort, die vooral op de zandgronden voorkomt. Ook elders in Europa een gewone soort.