Keep
1 sec / 6 kb
In mijn tuin een echte wintergast. In sommige jaren massaal vertegenwoordigd om dan weer voor een aantal jaren te verdwijnen. De vogel doet sterk denken aan de kanarie en behoort, net als de kanarie, tot de vinkenfamilie. Het dier is niet erg gek op mijn voedertafel en behoort tot de vele vogels die leven van hetgeen ik op de grond uitstrooi en van wat andere vogels van de voedertafel afgooien. Hij hipt dan over de grond samen met vinken en soms koperwieken. Maar andere vinken- en mezensoorten kunnen ook deel uitmaken van zo'n groep.
De keep lijkt erg veel op de vink, waarvan hij ook een nauwe verwant is. Met een lengte van zo'n 15 centimeter en een gewicht van zo'n 23 gram heeft hij trouwens ook het postuur van een huismus. De vogel is in geheel West-Europa een wintergast en doortrekker. Vaak te zien in oktober en februari/maart op de trek, maar in sommige jaren massaal in Nederland overwinterend. Het vrouwtjes is minder contrastrijk en neigt wat meer naar bruin. Het verschil valt bij ons niet erg op, omdat we het mannetje altijd zien in het veel valere winterkleed. De broedgegevens van deze vinkensoort wijken nauwelijks af van die van de vink: er wordt op 5 tot 7 eieren een kleine twee weken gebroed. De jongen worden daarna nog twee weken op het nest verzorgd. Bij ons vooral in bosrijke omgevingen. Zoals elke rechtgeaarde vinkensoort eet de keep veel zaad, maar zal een insect ook graag nemen. De vogel leeft en nestelt 's zomers in Scandinavië en Siberië. De vogel is niet erg schuw.
De naam van deze vogel in andere talen | ||||
Engels | Duits | Frans | Pools | Latijn |
Brambling | Bergfink | Pinson dunord | Jer | Fringilla montifringilla |
|