Gehakkelde Spanner (Ennomos erosaria)
Ook de gehakkelde spanner behoort tot de herculesjes. De grondkleur varieert van geel tot lichtbruin. Hoewel soms iets gespikkeld, is deze soort vrijwel egaal gekleurd. De twee strepen op de vleugels verlopen allebei zonder kronkels en neigen naar de onderrand van de vleugels iets naar elkaar toe. Er is geen stip op het midden van de vleugel en er zijn geen donkere vlekken in of bij de vleugelspitsen. De gehakkelde spanner lijkt veel op de geelblad, maar die heeft in de buitenste lijn een duidelijke kronkel. Exemplaren die in juli en begin augustus vliegen, zijn duidelijk kleiner en bleker van kleur. De spanwijdte loopt uiteen van 38 tot 42mm.
De eitjes worden in de herfst gelegd op twijgjes van de voedselplant. Zij overwinteren en komen pas in mei van het volgende jaar uit. De rupsen gedragen zich typisch spannerachtig. In de nachtelijke uren wordt gegeten, overdag zitten ze roerloos als een twijgje uitgestrekt in de voedselplant. Tegen het einde van juli wordt er een groot spinsel gemaakt tussen een aantal bladeren waarin wordt verpopt. Sommige poppen komen al na drie weken uit, de meeste pas eind augustus of begin september. De rupsen lijken bijzonder veel op een klein takje, inclusief bruinige bladknoppen op de segmenten 2, 5, 6 aan de zijkant en 5, 8 en 11 op de rug. De grondkleur is bruingrijs, grijs of groengrijs. De kop is grijs of bruin. De rupsen zijn vrij lang en dun en bereiken een lengte van 40 tot 42mm. Tot de voedselplanten behoren eik, ruwe berk, linde en beuk.
De gehakkelde spanner kent slechts één generatie en die vliegt van eind juni tot half oktober. De vlinders die in juni, juli en begin augustus vliegen zijn kleiner en bleker dan de latere. Ze vliegen alleen 's nachts, maar komen goed op licht af. En dat is maar goed ook, want verder krijg je ze bijna niet te zien. Gevangen exemplaren kunnen overdag goed worden gefotografeerd en kunnen voorzichtig worden gemanipuleerd. De gehakkelde spanner komt voor in lichte bossen op zandgrond, zowel in de duinen als in het binnenland. De soort gaat bij ons achteruit en is zowel in Nederland als in België zeldzaam geworden. Ook elders in Europa een niet meestal alledaagse, vaak lokale verschijning, die niet voorkomt in het noorden van het continent.