Gestreepte Tandvlinder Drymonia dodonaea
Ook de gestreepte tandvlinder is in één oogopslag als tandspinner herkenbaar: tamelijk groot (spanwijdte tot 45 mm), in rust met de pootjes naar voren en harig. Hij is heel erg variabel. Bij ons vaak een grijsbruine basiskleur met veel vuilwitte vlekken en streepjes (forma trimacula), maar elders vaak met een bruine basiskleur, of geheel zwart. Vliegt vooral van midden mei tot midden juli. De mannetjes komen graag op licht af, de vrouwtjes niet en die worden dan ook maar zelden gezien. De volwassen vlinder eet niet en dat geldt voor alle tandspinners. De rupsen vinden we bijna alleen op eik. De gestreepte tandvlinder is in Oost-Nederland een lokale soort, hoewel soms gewoon. Hij ontbreekt volkomen in het noorden en westen van Nederland. De grens loopt door oostelijk Brabant (maar wel vlak bij de Limburgse grens), Nijmegen en Arnhem, dan een westelijke uitstulping richting Utrecht (Utrechtse Heuvelrug en Veluwe), dan langs de Randmeren om te eindigen in Zuid-Oost Friesland.