Sparappelboorder Dioryctria abietella
De sparappelboorder is een lastig te herkennen vlindertje. De situatie in het geslacht waartoe hij behoort, Dioryctria, is ook nog steeds zeer verward. Er worden regelmatig nieuwe soorten vastgesteld, maar even vaak worden bestaande soorten samengevoegd. Dat komt gedeeltelijk omdat de geslachtsdelen van een aantal soorten zelfs onder de microscoop erg veel op elkaar gelijken. De sparappelboorder is veel levendiger getekend dan Dioryctria sylvestrella, waarbij vooral de hoekige witte zigzaglijn opvalt. Helaas heeft Dioryctria simplicella ook zo'n zigzaglijn. Beide soorten zijn dan ook nauwelijks uit elkaar te houden. Ook de spanwijdte is bij alle soorten uit dit geslacht ongeveer gelijk en loopt uiteen van 25 tot 30mm, al komen soms grotere exemplaren voor. Opvallend is dat die grotere vaak overdag vliegen.
De eitjes worden in de zomer gelegd. De rupsen leven in de appels van dennen en sparren. Bij ons gevonden in de vruchten van den, spar, Douglasspar, zilverspar en Koreaanse spar. In de late herfst, als ze zijn volgroeid, laten de rupsjes zich op de grond vallen, spannen in de begroeiing net boven de grond een webje met een kokon en daarin overwinteren ze.
De sparappelboorder vliegt in één of twee generaties, dat is niet geheel duidelijk. Bij ons zien we ze van juni tot eind september. Deze soort komt gemakkelijk op licht af. Vrij gewoon op de vlieplaatsen, maar in ons land een zeer lokale soort van de zandgronden. Ook op enkele plekken in de duinen. Verder een gewone soort in Europa, Noord-Azië en Noord-Amerika.