Dahlica triquetrella
Nog zo'n zakjesdrager waarvan de rups in zijn zakje bekender is dan het volwassen diertje. Het zakje wordt opgebouwd uit kleine zandkorreltjes en kleine stukjes chitine en andere onderdeeltjes van kleine insecten en zit heel fijn in elkaar. Soms echter tref je een zakje aan waarin veel grotere insectenonderdelen zijn verwerkt. Het rupsje blijft zijn hele leven in het zakje en verpopt daar ook. De volwassen mannetjes vliegen weg en gaan op zoek naar wijfjes. De wijfjes zien er nog steeds een beetje larfachtig uit. Ze kunnen dan ook niet vliegen. Ze klimmen uit het zakje en wachten in de buurt op een mannetje. Na de paring leggen de wijfjes hun eitjes op het oude zakje en sterven. In grote delen van Europa echter verschijnen nooit mannetjes. Alleen vrouwtjes worden gezien. Deze leggen vruchtbare eitjes zonder dat er een mannetje aan te pas komt. We noemen dat ongeslachtelijke voortplanting (parthenogenetisch). Het komt ook veel voor bij bijvoorbeeld bladluizen. In de Benelux komen bijna nooit mannetjes voor, de vrouwtjes planten zich dus bijna altijd parthenogenetisch voort.