Coleophora sp.
Het geslacht Coleophora telt in de Benelux bijna 200 soorten! Alle zijn kleine motjes, waarvan de spanwijdte uiteenloopt van 8 tot 20 mm. Heel veel soorten lijken zo sterk op elkaar dat ze zonder microscopisch onderzoek niet uit elkaar zijn te houden. De rupsjes van de meeste kleine soorten leven als mineerders in blaadjes van bomen en planten. Het is vaak gemakkelijker de dieren te herkennen aan de vraatsporen van de larven dan door naar de volwassen beestjes zelf te kijken. De rupsen van de wat grotere soorten maken een kokertje. De hele familie heeft daar de Nederlandse naam aan te danken: Kokerrupsen. Op de twee bovenste foto's één van de soorten, maar we hebben geen idee welke soort het betreft. Op de onderste foto's een voorbeeld van het kokertje van de rups. Sommige deskundigen kunnen de soort bepalen aan de hand van het kokertje, maar dat is niet eenvoudig. En let wel: het volwassen vlindertje en het kokertje eronder laten vermoedelijk twee verschillende soorten zien!
