Catoptria margaritella
Catoptria margaritella lijkt veel op een aantal andere grasmotten. Toch is hij gemakkelijk te onderscheiden aan de witte, gerekte driehoek in de vleugel die eindigt voor de vleugelrand. Verder is de vleugelrand zeer scherp afgezet van de rest van de vleugel. De grondkleur is ook opvallend warm bruin, bij de gelijkende Agriphila-soorten en Chrysoteuchia-soorten is de grondkleur altijd licht bruin of oker en vaak meer gelig bruin of zelfs wittig bruin. De ondervleugel is grijs met een witte vleugelrand. Met bij ons een spanwijdte tussen 20 en 25mm een qua omvang typisch grasmotje. Overigens zijn de dieren in Noord-Europa kleiner en bereiken een spanwijdte van 17 tot 22mm.
Over de ontwikkeling van Catoptria margaritella en de rupsen is zeer weinig terug te vinden in de literatuur. Kuchlein vermeldt wel dat de rupsen op mossen zouden leven. Ook op het internet is niets te vinden. Het moet er voor worden gehouden dat de levenscyclus van deze soort tot op heden nagenoeg onbekend is.
Catoptria margaritella vliegt uitsluitend 's nachts. Maar hij is overdag wel heel gemakkelijk te verstoren in bijvoorbeeld gras. Hij vliegt van begin juni meestal tot midden augustus. Wordt in kleine aantallen aangetroffen op licht. Hij houdt van vochtige terreinen (moerassen), maar wordt ook veel in drogere heidegebieden gezien. Catoptria margaritella is een soort van het noorden van Europa. Hij ontbreekt in de Alpen en in het Middellandse Zeegebied, maar is gewoon in Schotland, Scandinavië en Ierland. Bij ons vooral gewoon in Midden-Nederland en Oost-Nederland. Minder algemeen in Zuid-Nederland. In West-Nederland, Noord-Friesland en Groningen zeldzaam tot ontbrekend. Maar echt talrijk is hij nergens, ook niet elders in Europa.