Grote Appelbladroller (Archips podana)
De grote appelbladroller is een fraai getekend bruin bladrollertje. Hij lijkt op veel andere bruine soorten, maar is meestal te herkennen aan de grote lichte vlakken kort voor het einde van de vleugel. Zoals de meeste bladrollertjes is ook deze soort een beetje variabel. De vrouwtjes zijn daarbij wat minder getekend en meestal ook lichter dan de mannetjes. Pootjes en antennes zijn beige tot lichtbuin. Ondanks zijn naam is de grote appelbladroller niet groter dan de meeste andere bladrollers, want de spanwijdte loopt uiteen van 19 tot 26 mm. Op de bovenste twee foto's op deze pagina is een vrouwtje vastgelegd. De onderste foto laat het mannetje zien.
Jonge rupsen zijn groen met een bruine kop en vaak twee bruine tot zwarte vlekken op het segment direct achter de kop. Volwassen rupsen zijn glazig bruingroen met een donkere, vaak zwarte, kop. Meestal loopt er een dunne zwarte lengtestreep over de rug. De rupsjes worden zelden langer dan zo'n 15 mm. De eieren worden gelegd in de zomer en komen al snel uit. Het kleine rupsje eet wat van de bladeren van de waardplant, maar is nog geheel onschadelijk. In de herfst wordt een klein webje gesponnen op een tak van de boom, altijd dichtbij een bladknop. In het webje wordt overwinterd. Zodra in het voorjaar de blaadjes beginnen te botten, komt het rupsje uit zijn webje, spint de groeiende blaadjes samen en eet ze op. Omdat hij de nog zeer jonge blaadjes aanvalt en soms massaal optreedt, kan hij zeer schadelijk zijn in de teelt van de waardbomen. Weliswaar maken de bomen na de aanval gewoon nieuw blad aan, de oogst zal gering zijn. De rups van de grote appelbladroller heeft een ziekelijke voorkeur voor fruitbomen, inclusief alle gekweekte vormen. Hoewel hij verreweg het meest voorkomt op appel, lust hij ook peren, pruimen, abrikozen enz. Zelfs rhododendrons en rozen zijn niet veilig.
De volwassen vlinders vliegen in één generatie, hoewel soms mogelijk ook in twee, van eind mei tot midden oktober. Vliegt ook wel overdag, maar meestal toch 's nachts. Komt daarbij op licht af, maar in beperkte aantallen. De grote appelbladroller is in de hele Benelux een gewone soort, die vaak massaal optreedt. Ook elders in Europa gewoon en is als verstekeling ook terecht gekomen in Noord-Amerika, waar hij nu lokaal een plaag is. Komt overigens voor in de gematigde delen van Azië.
NB Deze soort is in het verleden wel Archips oporana genoemd. Die naam wordt nu gebruikt voor een andere soort, die toen Archips picaena heette. Let daar vooral op als je kijkt in boekjes uit de jaren 1960 - 1975.