banier
lijntje
lijntje
back
Houtpantserjuffer Lestes viridis

De houtpantserjuffer behoort tot een groepje van 5 metallic groene waterjuffers. Toch is ze gemakkelijk te herkennen: de houtpantserjuffer is de grootste, mannetjes worden niet blauwig en de vlekjes in de vleugels zijn wit. De ogen maken meestal een bruine indruk. Bij de andere pantserjuffers zijn die vaak blauwachtig. Er kan een lengte worden bereikt van 45 tot 50mm en de spanwijdte loopt op van 50 tot soms 60mm.

Om te paren vormen een mannetje en een wijfje een paringswiel of tandem. De paring vind altijd in bomen of struiken plaats. Voor de eiafzetting houdt het mannetje het vrouwtje vast en dirigeert haar naar bomen, vooral over het water groeiende wilgen en elzen. De vrouwtjes zetten daar hun eitjes af in spleetjes van de boombast. Tegen de avond leggen vrouwtjes ook wel alleen hun eitjes. De eieren overwinteren en komen in het voorjaar uit. Zoals bij alle libellen komt uit het ei de zogenaamde prolarve. Deze lijkt niet erg op de echte larven, maar hij is geheel glad en in het geval van de houtpantserjuffer kan hij goed springen. Dat springvermogen heeft hij nodig om het water te kunnen bereiken als hij toevallig op droge grond valt. Het prolarve-stadium duurt bij de meeste libellen maar kort -sommige vervellen al voor de eerste keer enkele seconden na het uitkomen. Bij de houtpantserjuffer duurt het enkele minuten voordat de eerste vervelling plaats heeft. De nimf jaagt vooral op de bodem en groeit razendsnel om al na drie maanden een nieuw volwassen dier te worden.

Omdat zij haar eitjes legt in boomschors, vinden we de houtpantserjuffer vooral bij water met een rijke, flink van bomen voorziene oeverbegroeiing. De grootte van het water speelt geen rol: meren en sloten zijn beide goed. Brak water echter wordt gemeden. Zowel mannetjes als vrouwtjes kunnen flink gaan zwerven en doen dan ook regelmatig tuinen aan, al zijn ze er nooit echt talrijk. Ook de houtpantserjuffer jaagt meestal vanaf een vaste plek. Ze kan daar worden opgewacht door rustige fotografen en is dan een dankbaar fotomodel, want ze gedraagt zich rustig en toont weinig angst. Een zeer algemene soort die erg laat vliegt: van midden juli tot soms diep in oktober.

Deze soort staat ook bekend onder de wetenschappelijk naam Chalcolestes viridis.