In het Engels wordt deze wants de blauwe wants genoemd, naar zijn typische, egaal blauwe, metallische kleur. Zoals veel dieren met metallische kleuren kan het blauw ook wel eens lila, koperkleurig of groenachtig zijn. Dat hangt mede af van de lichtinval. Maar Zicrona caerulea is over het algemeen redelijk kleurvast. De larven zijn niet metallic en bovendien heel anders gekleurd: zwart met rode partijen op het achterlijf. De volwassen wantsen kunnen wel vliegen, maar doen het niet vaak. Met een lengte van slechts 5 tot 8 mm een kleine soort die mede daarom niet altijd opvalt.
De eerste larven zien we in het late voorjaar. Net als de volwassen dieren zuigen ze zowel aan insectenlarven als aan planten. In onze tuin wordt vooral gejaagd op de larven van Altica oleracea, een klein bladhaantje dat massaal voorkomt op onze teunisbloemen. Overigens zal deze wants niet in elke tuin even vaak opduiken. Hij heeft een voorkeur voor heidevelde, veengebieden en bosranden. Is zeldzaam in West-Nederland.