banier
lijntje
lijntje
back
Steenrode Heidelibel Sympetrum vulgatum

Er zijn in ons land zo'n 7 verschillende rode heidelibellen. Het is deels een moeilijke groep van sterk op elkaar lijkende soorten. Aan de kleur zou te zien moeten zijn tot welke soort ze behoren, maar dat is erg lastig, omdat alleen volledig uitgekleurde mannetjes de typische kleur hebben. En dan nog is het verschil tussen steenrood en bruinrood niet zo gemakkelijk vast te stellen. Vaak echter zul je in je tuin vrouwtjes of nog niet uitgekleurde mannetjes tegenkomen en die zijn helemaal lastig te benoemen. Van het steenrode zie je niets op de bovenste twee foto's. Dat komt, omdat het hier gaat om een wijfje. Zij is te onderscheiden van de andere heidelibellen aan het achterlichaam: dat is een beetje knotsvormig en niet geheel recht, zoals bij de meeste andere soorten. Bovendien zie je een klein uitsteeksel vlak bij de achterkant. Dat is de legboor, waarmee de eitjes worden gelegd. Bij de steenrode heidelibel staat die legboor recht van het lichaam af. Een andere verschil zit 'm in de kleur van de pootjes (deels licht, deels sonker bij de steenrode en geheel zwart bij de bloedrode. Recht van voren bezien loopt de zwarte streep op het voorheefd door naar beneden bij de steenrode, hetgeen niet het geval is bij de bloedrode. Dat verschil is altijd goed te zien, ook bij nog niet uitgekleurde diertjes. De steenrode heidelibel bereikt een lengte van 35 tot 40mm en heeft dan een spanwijdte van 55 tot 65mm.

Na de paring worden de eerste eitjes nog vaak in een tandem afgezet, maar al snel laat het mannetje het vrouwtje los. Zij gaat dan alleen verder met het leggen van eitjes. Het mannetje houdt haar echter wel goed in de gaten. De eitjes worden afgezet in modder in ondiep water. De jongen leven ook in ondiepe poeltjes op de bodem en tussen waterplanten. Ze zijn altijd heel erg modderig. Al na één jaar sluipt de nieuwe adult uit. De soort is gebonden aan kleinere waterpartijtjes, meestal ondiep. Schaars in voedselarm water.

De volwassen dieren zwerven over grote afstanden en worden vaak aangetroffen in weilanden, wegbermen en tuinen. Daar wordt meestal vanaf een hoog punt gejaagd. De dieren keren na een vangvlucht telkens weer op dit punt terug en kunnen vaak gemakkelijk worden opgewacht en gefotografeerd.

Het dier op de onderste foto is zeker een heidelibel, maar welke precies weten we ook niet. Het kan best een steenrode zijn, maar ook een bruinrode. Het beestje is pas uitgeslopen en daarom nog zo weinig gekleurd, dat van deze foto af de soort niet exact is te bepalen.