Staartmees
13 sec / 52 kb
Met zijn kleine snaveltje is de staartmees vooral geinteresseerd in hennepzaadjes en krachtvoer.
In bijna alle Europese talen wordt de indruk gewekt dat dit vogeltje tot de mezenfamilie behoort, maar dat is net als bij de buidelmees officieel niet het geval. Dit bijna kleinste van alle Europese vogeltjes (de staart niet meegeteld!) behoort tot een eigen familie: staartmezen. Het vogeltje is bruin-wit zwart, klein en onopvallend. Toch is hij in mijn tuin zeer regelmatig aanwezig. Aangezien de dieren bijna altijd in familieverband rondtrekken en voedsel zoeken zie je er zelden eentje alleen. In koude winters willen ze zich wel eens wagen aan met name het vet van de vetbollen. Dergelijke bezoeken waarbij je meestal plotseling minstens drie exemplaren ziet zijn echter onregelmatig, onvoorspelbaar en tamelijk kort durend. Na maximaal een half uur zijn ze weer verder getrokken.
Na het uitvliegen blijft een Staartmezenfamilie lang bij elkaar.
De foto hierboven geeft een goed beeld van hoe staartmezen in familieverband leven. Deze jongen, die al lang kunnen vliegen, blijven bij elkaar en wachten op vader en moeder met lekkere hapjes. Ook als ze zich naar een andere tak begeven gaat dat collectief. De vogels zijn niet bang voor mensen en je kunt zo'n familiegroepje meestal vrij dicht benaderen. Als je de zang wilt horen dan moet je dat ook wel, want hun liedje is niet meer dan wat gemurmer.
De Staartmees komt heel vaak, maar elke keer maar heel kort, op mijn voertafel en geniet ook van vetbollen.
De staartmees is een vrij lang vogeltje van ongeveer 14 centimeter, maar weegt slechts 9 gram. Dat komt vanwege de lange staart waaraan het vogeltje zijn naam dankt. De staartmees broedt meestal twee keer per jaar, waartoe hij een bolvormig nest in dichte struiken maakt. Er worden niet minder dan acht tot tien eieren gelegd, die ruim 2 weken worden bebroed. De jongen blijven daarna nog twee weken op het nest. Na het uitvliegen kan een familie nog de gehele winter bijeen blijven. De vogel leeft van insecten en spinnen, maar wil in strenge winters ook wel kleine zaadjes eten. De vogel komt in bijna geheel Europa voor in verschillende rassen. Bij ons met een zwart-witte kop, in Noord-Europa veel meer met een zuiver witte kop. De staartmees is beslist niet schuw.
De naam van deze vogel in andere talen | ||||
Engels | Duits | Frans | Pools | Latijn |
Long-Tailed Tit | Schwanzmeise | Mésange à longe queue | Raniuszek | Aegithalos caudatus |
|