Buxusbladvlo Psylla buxi
Bladvlooien zijn nauwe verwanten van de bladluizen, alleen kunnen de
imagines heel goed springen. Ze verplaatsen zich dan ook vaker springend dan vliegend. Volwassen dieren krijg je daarom maar zelden te zien. De
larven echter zijn niet zo springerig en die vallen dan ook veel eerder op. Er zijn een heleboel soorten en de meeste lijken sterk op elkaar. Maar omdat heel veel bladvlooien slechts één waardplant gebruiken, zijn ze te herkennen aan de plant waarop ze leven. Een goed voorbeeld is de Buxusbladvlo. We vinden hem alleen op Buxus en het is ook de enige bladvlo die we als
nimf op Buxus kunnen aantreffen. De eitjes worden in mei en juni gelegd en komen in september of oktober uit. De larven zijn niet actief en zoeken slechts beschutting in een bladbeginsel. Daar overwinteren ze. In het voorjaar, zodra de blaadjes beginnen te groeien, worden de larven actief en zuigen aan het blad. Aangetaste blaadjes trekken lepelvormig krom. Als men die kromme blaadjes bekijkt, ziet men overal kleine, groene beestjes, vaak bedekt met een grote hoeveelheid witte was, die echter gemakkelijk loslaat. De larven worden in mei of juni volwassen en beginnen aan hun springerige leven. Vanaf dat moment vallen ze niet meer op en houdt de aantasting van de plant op. Wel leggen deze volwassen dieren natuurlijk hun eitjes..... Met maar één geslachtelijke generatie per jaar is de voortplanting van deze soort wel heel erg eenvoudig.
