Idiocerus heydenii
Het geslacht Idiocerus kent niet minder dan 20 soorten in Nederland. Het geslacht wordt meestal in drie groepen opgesplitst, en wel naar de planten waarop de diertjes te vinden zijn. Zo is er een wilgengroep, een populierengroep en een esdoorngroep. Onze Idiocerus heydenii behoort tot de esdoorngroep (Acericerus). En dat is meteen een probleem, want hij heeft een paar neefjes die sterk op hem lijken. Bovendien is ook de invoer van soorten uit het Verre Oosten in dit geval niet geheel uitgesloten. Verder wordt nog steeds gedimdamd tussen de geleerden hoeveel soorten er nu precies zijn. Het staat dus niet helemaal vast of het hier om Idiocerus heydenii gaat, of om een zeer nauwe verwant. Met simpele haarvormige antennes is dit een vrouwtje. Maar wel een mooi getekend vrouwtje. Dat kan komen omdat ze net na de overwintering is gefotografeerd. Wantsen en cicades worden vlak voor of gedurende de overwintering wel vaker donkerder. Mijn cicadenexpert meldt nog dat hij ze vooral op de buitenste dunne twijgjes van de bomen ziet rondscharrelen. De eitjes worden in twijgjes gelegd. Het vrouwtje maakt met een soort zaagje een klein sneetje in het twijgje en legt daar de eitjes in. De Esdoorn-cicades uit deze groep zijn bepaald niet algemeen, hoewel nog lang niet alles over ze bekend is. Uit Nederland zijn niet zo veel vindplaatsen bekend (vooral in het zuiden en oosten) en ook op de Duitse soortenlijsten worden ze als "bedreigd/gevoelig" bestempeld. In de gemiddelde tuin zul je Idiocerus heydenii waarschijnlijk niet of nauwelijks tegenkomen.