|
|||
|
|||
[Alle foto's hier zijn thumbnails. Klik op een thumbnail om de foto's in groter formaat te tonen.] De Egel (Erinaceus europaeus) Inleiding egels Egels zijn zoogdieren en behoren net als mollen en spitsmuizen tot de orde der insecteneters (Insectivora). Dat zijn kleine, erg primitieve zoogdieren met een spitse snuit, kleine maar scherpe tanden en zeer kleine ronde oogjes. Egels zijn in de tuin de lievelingsdieren van veel mensen en dat kun je van spitsmuizen en mollen bepaald niet zeggen! De eerste egels verschenen al zo'n 60 miljoen jaar geleden op aarde. Net als de meeste andere insecteneters kunnen egels niet erg goed zien. Ze jagen op hun reukvermogen en vooral op het gehoor. In West-Europa komt maar één soort voor. In Oost-Europa vinden we vooral de verwante oosterse egel. Egels komen wereldwijd voor, behalve in Noord- en Zuid-Amerika en op beide polen. Inhoud: 1 egels in de tuin, 2 uiterlijk, 3 voortplanting, 4 eten en gegeten worden, 5 winterslaap, 6 bijzonderheden. 7 egelopvang De kop van de egel lijkt veel op die van de spitsmuis. Egels zijn nachtdieren en je ziet ze dan ook niet zo heel vaak. Toch komen ze erg veel voor, zonder dat dat iemand opvalt. Dat ze er zijn kun je vaak beter horen dan zien: egeltjes kunnen enorm veel lawaai maken. Snuffelend lopen ze rond, waarbij het gesnuif vaak veel wegheeft van een volwassen man die door een verkouden neus ademhaalt. Dat geluid, plus het gerommel door bladeren en struiken moet je niet onder je slaapkamerraam horen, want dan zou je werkelijk denken dat daar een enge vent staat die naar jouw slaapkamerraam kijkt! Als je hem eenmaal gehoord hebt, dan is de kans heel groot dat je hem een hele tijd zult horen, want egeltjes hebben 's nachts een min of meer vaste route, waarvan ze niet zo gauw afwijken. Omdat ze maar weinig vijanden hebben, zijn egeltjes helemaal niet bang. Je kunt ze vaak gemakkelijk benaderen en alleen als je ze hardhandig aanraakt rollen ze zich op om zich met hun stekels te beschermen. Je kunt ze zelfs in je tuin lokken, door ze droog of ingeblikt katten- of hondenvoer.Let op: geef ze absoluut geen koeienmelk, want daar kunnen ze niet goed tegen: ze krijgen er diarree van en kunnen daardoor uitdrogen en doodgaan. Al na enkele dagen zullen ze zichzelf melden als hun schoteltje er niet staat! Egeltjes doen geen schade in de tuin. Ze zijn zelfs nuttig, omdat ze slakken eten. Maar ook de in de tuin wel nuttig regenworm wordt graag opgepeuzeld en ook allerlei andere insecten en hun larven staan bij egels op het menu. Wil je egeltjes nog verder helpen, gooi dan in je tuin (bijvoorbeeld naast de composthoop) een berg takken en andere grove troep neer. Bedek dat met bladeren en je hebt een ideale overwinteringsplek voor egeltjes gemaakt. Als er daar eentje inkomt, laat hem dan helemaal met rust. Hij slaapt en wil graag blijven slapen. Als een egel in de winter wakker wordt gemaakt, gaat hij wat rondlopen en dat is meestal dodelijk, omdat de energie die hij nodig heeft om de winter slapend door te komen, wordt verbruikt. Als je een dergelijke egel ziet, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde egelopvang! Alleen in heel erg zachte winters hoeft dat niet, want dan trekken egels er nog wel eens op uit om voedsel te zoeken. De diertjes kunnen goed zwemmen. Toch wil er nog wel eens eentje (bijna) verdrinken in een tuinvijver, maar dat komt dan omdat de wanden te steil of te glad zijn, zodat het dier er niet op eigen kracht uit kan komen. Lichtbegroeide zijkanten die niet glad zijn of een eendentrapje kunnen erg veel leed voorkomen. Het gebeurt niet zo vaak, maar soms maakt een egel overdag een ommetje.
De egel is een tamelijk plomp diertje met een spitse snuit en kleine oren en ogen. In tegenstelling tot de spitsmuizen hebben egels nauwelijks een staart. Vooral opvallend zijn de stekels. Dat zijn lange, verharde haren, die van binnen hol zijn. Ze zijn donkerbruin met lichte puntjes en zitten op de rug en de zijkant. Aan de onderkant heeft de egel normale, zachte haren. Er loopt een sterke kringspier op het overgangsgebied tussen de stekelharen en de normale haren. Hiermee rolt de egel zich bij gevaar als een bal op. De stekels staan dan recht naar buiten en er zijn bijna geen dieren die dan een egel nog durven aanvallen. In rust wijzen de stekels min of meer naar elkaar toe. Rolt het dier zich op, dan gaan al die stekels recht naar buiten staan. Egels wegen één tot anderhalve kilo en worden maximaal zo'n 30 centimeter lang. De stekels wijzen in rust naar elkaar toe, maar gaan echt uitsteken als het dier zich oprolt. Egels leven bijna het hele jaar alleen. Omdat ze elkaar al van verre horen aankomen, komt het maar zelden tot gevechten: meestal ontlopen ze elkaar. Alleen in de paartijd ontmoeten mannetjes en vrouwtjes elkaar. De paartijd loopt van juni tot in augustus. Na het paren gaan de dieren al weer snel uit elkaar. De vrouwtjes bouwen een nest waarin ze na een draagtijd van ongeveer zes weken drie tot tien jongen ter wereld brengen. Deze worden met stekels en al geboren, maar die stekels zijn wit en heel erg zacht. De jongen worden blind geboren en openen pas na 14 dagen de ogen. De moeder verzorgt haar jongen zo'n zes weken, daarna moeten ze zichzelf zien te redden. In de regel is er maar één worp per jaar. Een egel mag er best wel slim uitzien, het is één van de primitiefste zoogdieren. Hoewel egels te boek staan als insecteneters, zijn het eigenlijk alleseters. Bovenaan het menu staan insecten en hun larven -egels zijn verzot op nachtvlinders en hun rupsen- direct gevolgd door regenwormen. Maar ook aas wordt gegeten, evenals fruit en zachte noten. Ook vogeleieren worden geprobeerd, al slaagt een egel er maar zelden in om de schaal te breken. Mocht een egel op zijn strooptocht een muizen- of vogelnest tegenkomen, dan zal hij niet aarzelen de jongen op te eten. Volwassen muizen lust hij wel, maar hij is te langzaam om die te vangen. Egels zijn heel erg gek op kevers. Die eten ze met huid en haar op. Gebleken is dat bij de vertering in het lichaam van de chitine, die we vooral in de dekschilden van kevers aantreffen, een klein beetje blauwzuur vrijkomt, dat parasieten die in de egel leven, zoals allerlei wormen, doodt.
Door zijn stekelige bescherming is de egel niet erg eetbaar. De egel is het enige zoogdier in de Benelux dat een echte winterslaap houdt. De lichaamstemperatuur daalt naar zo'n 8 graden (normaal is 35 graden!), er wordt nog maar één tot drie keer per minuut adem gehaald (soms nog minder frequent) en de hartslag daalt onder de tien keer per minuut. In deze toestand kan het dier wel vier maanden roerloos blijven liggen. De winterslaap van de egel lijkt dus heel veel op die van de kikkers en salamanders. Anders dan overwinterende insecten, die een soort anti-vries aan boord hebben, mag de egel niet bevriezen. Als door de kou dat toch dreigt te gebeuren, wordt hij wakker. Hij gaat dan op zoek naar een andere overwinteringsplaats. De kansen om de winter te overleven worden natuurlijk wel kleiner, want elke onderbreking van de winterslaap kost energie. Voor de eerste overwintering kruipen egels soms met z'n allen in één nest. Het betreft hier dan meestal broertjes en zusjes. Gezonde, volwassen dieren (die al een keer hebben overwinterd), hebben eind november al voldoende vetreserves voor de winter opgebouwd. Hun winterslaap begint meestal rond die tijd. Jonge of verzwakte dieren hebben dan nog onvoldoende vetreserves opgeslagen en blijven voedsel zoeken tot het echt te koud is. In zeer zachte of laat op gang komende winters kunnen die begin januari nog wel eens actief zijn. De winterslaap eindigt, afhankelijk van de temperatuur, in maart of april. Egeltjes zoeken hun voedsel altijd op de grond. Door de scherpe en dikke stekels kunnen egels zelf hun huid niet erg goed onderhouden. Daarom barsten ze meestal van de huidparasieten: vlooien, teken, mijten en schimmels. En omdat ze grondbewonende alleseters zijn hebben ze ook erg veel last van parasieten in het lichaam, zoals draad-, spoel- en lintwormen, insectenlarven, schimmels en bacteriën. Veel exemplaren die je overdag ziet rondlopen zijn dan ook zodanig verzwakt door al deze parasieten, dat het ze niet meer lukt om 's nachts voldoende voedsel te vinden. Ook extreem droge en warme zomers kunnen fataal zijn, omdat de regenworm, een belangrijke bron van vocht voor de egel, dan uiterst moeilijk te vinden is. Juist dan kun je de egel met een schoteltje voor katten geschikte melk helpen te overleven! Geef ze geen gewone melk, want daar kunnen ze niet tegen. Bijvoeren kan verder met maden en andere insectenlarven die je bij hengelsport- en dierenwinkels kunt kopen. Maar over het algemeen kan de egel zich prima redden in de natuur en hoef je echt niet bij te voeren. In het wild leven egels zo'n drie tot vijf jaar. Dieren in gevangenschap kunnen wel tien jaar oud worden! En tot slot: hoe doet een egeltje 'het'? Inderdaad, héél voorzichtig! Aan de onderkant heeft een egel gewone haren... Het gaat in de Benelux best goed met de egel, ondanks de grote aantallen die jaarlijks worden doodgereden. Dat komt omdat veel vijanden van de egel óf door de mens (bijna) zijn uitgeroeid, óf zich niet snel in onze tuintjes vertonen. Verder heeft de egel een hoge aaibaarheidsfactor (vooral niet letterlijk nemen dat woord :-) en is absoluut niet schuw. Dat alles maakt dat mensen snel denken met een zieke egel te maken te hebben als ze er eentje zien lopen. Meestal gaat het echter om gezonde dieren. Een belangrijke test is de oproltest. Als de egel bij een plotselinge aanraking zich niet oprolt, dan kan het dier wel eens ziek zijn. Hetzelfde geldt voor een in rondjes lopende egel. Voor een gewonde egel kun je in principe de dierenambulance bellen. Gewonde en zieke egels en verweesde jonkies kun je ook kwijt bij gespecialiseerde opvangtehuizen, meestal een combinatie van vogel- en egelopvang. Egels zijn beschermde dieren, dus je mag ze niet zelf thuis helpen en opvangen. Hieronder twee links die je verder kunnen helpen. Links voor Nederland (egelopvang Zoetermeer met een link naar de adressen van andere egelopvangcentra in Nederland) en rechts het Natuurhulpcentrum in Opglabbeek voor België. Links naar egelopvang: links egelopvang in Nederland en rechts het Natuurhulpcentrum, België. |
|||
© Copyright 1998-2024 gardensafari.net (Hania Berdys) |
|||