Empoasca-soort Empoasca sp.
Het geslacht Empoasca kent wereldwijd een flink aantal soorten. De meeste zijn groenig en erg klein. Over het algemeen zijn ze tussen de 1 en 4mm lang. Het is nagenoeg onmogelijk de exacte soort te bepalen zonder het diertje te doden en onder de microscoop te onderzoeken. Wij hebben dat niet gedaan. We hebben dan ook geen idee welke van de vijf Nederlandse soorten op deze pagina staat afgebeeld. Empoasca-soorten brengen het grootste deel van hun leven door aan de onderzijde van het blad van de voedselplant. Ze leven behoorlijk lang, mede omdat ze overwinteren als volwassen insect. Vaak doen ze dat in bomen en struiken, vooral coniferen zijn populair. Daarin vallen ze door hun kleur in het geheel niet op. De larven zijn eveneens groen en kunnen erg goed springen, zowel voorwaarts, achterwaarts als zijwaarts.
Diverse Empoasca-soorten zijn schadelijk in de landbouw. Empoasca solani bijvoorbeeld kan schade veroorzaken aan de suikerbiet, terwijl Empoasca vitis soms schade veroorzaakt aan appelbomen of druivenstruiken. De schade is wereldwijd het grootst aan suikerbieten, waar de diertjes de top van het blad doen omkrullen en afsterven. Soms ziet men niet dat de schade wordt veroorzaakt door de cicade, omdat de symptomen sterk lijken op die veroorzaakt door bepaalde viri of ondervoeding. De schade in Nederland is overigens relatief beperkt. Empoasca-soorten worden op sommige planten in verband gebracht met de heksenbezemziekte. Omdat ze erg klein worden deze cicades soms aangeduid als "groene vlieg". Dat is een groep van vliegende bladluizen. Maar deze cicades hebben uiteraard niets te maken met vliegen of bladluizen.