banier
lijntje
lijntje
back
Paardenbijter Aeshna mixta

De paardenbijter is een behoorlijk forse libel. Het volwassen mannetje heeft een bruin borststuk, met daarop een paar gelige strepen. Het achterlijf is bruinzwart met vele blauwe ringetjes. Hij lijkt heel veel op het mannetje van de groene glazenmaker, die de zijkant van het borststuk niet bruin, maar groen heeft en die groter is. Ook het mannetje van de zeldzame zuidelijke glazenmaker lijkt sterk op het mannetje van de paardenbijter, maar hij heeft een licht borststuk en het blauw is veel feller, vooral ook de ogen zijn felblauw. Liefhebbers kunnen een paardenbijter ook nog herkennen aan de vleugeladers: de zogenaamde anale cel is drieledig. Het vrouwtje is gemakkelijker te herkennen aan het hoofdzakelijk bruine achterlijf met kleine gele en zwarte vlekken en ringen. De paardenbijter wordt zo'n 63 mm lang en de spanwijdte kan oplopen tot zo'n 85 mm.

De paardenbijter zet haar eitjes het liefst af op op het water drijvende voorwerpen, zoals drijfhout. De eitjes worden vooral laat in de zomer afgezet en komen niet direct uit, maar overwinteren eerst. Pas in het volgende voorjaar komen de larven tevoorschijn. Zoals veel libellenlarve zijn ze vraatzuchtig en groeien ze snel. Toch overwinteren de larven meestal om dus pas na twee jaar een nieuwe volwassen paardenbijter af te leveren. In zuidelijker en warme streken kan de soort haar ontwikkeling wel binnen één jaar voltooien. Deze soort gebruikt voor de voortplanting allerlei voedselrijke watertjes, inclusief tuinvijvers. Overigens staat niet helemaal vast dat de larve op de onderste twee foto's ook werkelijk een nimf is van de Paardenbijter. De nimfen van de grote libellen lijken erg op elkaar en deze zou van een andere soort kunnen zijn.

De paardenbijter is een sterke vlieger die vaak ver van het water voorkomt en regelmatig gezien wordt in park en tuin. Je ziet hem veel jagen aan bosranden en bij struiken. Mannetjes vormen vaak een territorium. Andere mannetjes worden daaruit geweerd, vrouwtjes echter zijn welkom. Voor het paren vormen mannetje en vrouwtje een paringswiel of tandem. Dat gebeurt meestal in struiken, ongeveer op onze ooghoogte. Soms jagen paardenbijters in groepen, vooral boven grasland. Omdat ze snel en veel vliegen en vaak weinig rust nemen, zijn ze niet altijd even gemakkelijk te fotograferen. Toch loont het om ze in de gaten te houden, want een rustend dier laat zich vaak goed voor een fotosessie benaderen. De paardenbijter is in geheel Nederland zeer algemeen. Waarschijnlijk worden 's zomers onze eigen paardenbijters nog aangevuld met trekkers uit Zuid-Europa.