Witjes (Pieridae)
De vlinderfamilie Pieridae wordt in het Nederlands aangeduid met witjes. Toch zijn niet alle leden van deze familie wit. De luzernevlinders bijvoorbeeld zijn oranje, het citroentje is geel. Het is een familie die heel veel voorkomt in de gematigde streken van de wereld. Opvallend aan de
vlinders is, dat ze meestal maar één of twee kleuren hebben. In tegenstelling tot de meeste andere dagvlinders hebben de meeste niet veel tekening op de vleugels. Ze maken daardoor een wat saaie indruk. De spanwijdte van de meeste soorten ligt zo rond de 50 mm, waardoor ze zo'n beetje op het gemiddelde zitten van de gewone vlinders in de tuin. De
rupsen zijn over het algemeen onbehaard of heel kort behaard en groenig. De
pop worden meestal met behulp van een zelfgesponnen riempje vastgemaakt aan plantenstengels, muren of boomstammen, we spreken van gordelpoppen. Hoewel soms als rups wordt overwinterd, gebeurt dat vaker als pop. Aan de volwassen vlinders is vaak het verschil tussen mannetjes en vrouwtjes goed te zien aan de vleugeltekening. En bij sommige soorten is ook het verschil tussen de verschillende generaties erg groot, zoals bij het klein geaderd witje. Al deze verschillen zie je alleen maar als je de dieren van dichtbij goed kunt bekijken. Rondfladderende witjes van verschillende soorten zijn nauwelijks uit elkaar te houden. Een aantal witjes leeft graag op koolsoorten en worden daarom koolwitjes genoemd. Met de kool zijn ze door de mens over de hele wereld verspreid. Ze vormen in de landbouw een ernstige plaag, vooral het groot koolwitje is berucht.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 07-04-2006.
© www.gardensafari.net (Hania Berdys).